Welke antioxidanten (conserveringsmiddelen) worden in kattenvoer gebruikt en zijn die schadelijk?

Conserveren van voedsel doen we al jaren. Pekelen (zouten), wekken, drogen, roken en recenter invriezen en koelen zijn methoden om etenswaren langer goed te houden. Dit is handig om overschotten van voedsel te bewaren voor schaarsere perioden.


Ook in kattenvoer worden conserveringsmiddelen en antioxidanten gebruikt. Dat is ook nodig, want het duurt soms wel een paar maand voordat het voer van de fabrikant bij de consument is. Je kat moet het dan ook nog opeten. Veel brokjes hebben zo’n 1 tot soms wel 2 jaar houdbaarheid. Toch is er veel controversie rondom de gebruikte antioxidanten.  


Wat zijn conserveringsstoffen en antioxidanten?

Er zijn veel verschillende stoffen die de houdbaarheid verlengen. Dit zijn conserveringsmiddelen en antioxidanten. Technisch gezien zijn het andere dingen, alhoewel ze vaak door elkaar gebruikt worden. Deze zijn er in natuurlijk en synthetische (door de mens nagemaakt) vorm. Sommigen hebben een E-nummer.


Conserveringsstoffen

Gaan de groei van bacteriën, schimmels en gisten tegen die zorgt voor de verrotting van voedsel.


Antioxidanten

Gaan de reactie tussen zuurstof en vetten tegen. Deze reactie zorgt ervoor dat de voedingswaarde vermindert en vetten bederven (ranzig worden). Dit betekent dat:

  • Vitamine A en E worden vernietigd
  • Vetzuren worden beschadigd
  • De verteerbaarheid daalt en er kan overmatige fermentatie in de darmen ontstaan
  • Het gaat stinken waardoor de smakelijkheid daalt
  • Oxidatie versterkt het oxidatieproces, de verrotting gaat steeds sneller

  

Andere manier van conserveren

  • Inblikken: Natvoer wordt afgesloten van zuurstof
  • Vacuüm verpakken: Droogvoer afsluiten van zuurstof
  • Drogen: Uitdroging zorgt voor minder bacteriegroei


Brokjes: Houdbaar of vers?

De houdbaarheid zegt iets over hoelang iets goed blijft als het ongeopend is. Zodra de zak of het blik opengaat en er zuurstof bijkomt, vermindert de versheid van het product. Dit betekent dat de voedingswaarde vermindert. Brokjes kun je het beste opmaken binnen 2 tot 6 weken.

 

Zijn conserveringsstoffen en antioxidanten veilig?

Het antwoord hier op is ja en nee. E-nummers zijn toegekend door de EU. Alleen als een additief veilig geacht wordt voor menselijke consumptie, krijgt het een e-nummer. In veel gevallen wordt er ook een maximum vastgesteld. Je zou dus kunnen zeggen dat in elk geval de additieven met een e-nummer veilig zijn.


Aan de andere kant zijn er ook onderzoeken die stellen dat niet alle conserveringsmiddelen en antioxidanten veilig zijn. Zo werd ethoxyquin (voorheen E324) verwijderd uit de lijst. BHA (Butyl Hydroxy Anisol - E320) mag nog steeds gebruikt worden, maar wordt wel gelinkt aan kanker. BHA zit onder andere in chips. Ook gaan de e-nummers over de veiligheid voor mensen, maar zo'n lijst is er niet voor diervoeding.


Andere tegenargumenten bij het gebruik van (vooral) synthetische antioxidanten zijn:

  • We weten niets tot weinig over het lange termijn effect
  • Het effect van opstapeling is onduidelijk
  • Er is geen onderzoek naar de interactie tussen e-nummers
  • Welk effect hebben ze op de darmbacteriën?


Omdat onze katten (en honden ook) meestal hun hele leven elke dag hetzelfde eten, stapelen de gifstoffen zich op in het lichaam. De lange termijn gevolgen zijn onduidelijk, alhoewel kanker er een van lijkt te zijn. Ook kunnen ze de darmbacteriën mogelijk verstoren en zo de weerstand verminderen. Het kan maanden duren voordat de gifstoffen zijn afgevoerd.


Top 4 schadelijkste antioxidanten in kattenvoer

Als je al een beetje research hebt gedaan naar goed kattenvoer, dan ben je deze vier vast al eens tegengekomen:

  • BHA: Butyl Hydroxy Anisol (E320)
  • BHT: Butyl Hydroxy Tolueen (E321)
  • Ethoxyquin
  • Propylgallaat (E310)


Deze vier synthetische antioxidanten worden nog steeds toegelaten in diervoeding. Ze zijn allemaal kankerverwekkend en versterken de giftigheid van elkaar.  


BHA (E320) en BHT (E321)

BHA en BHT werken goed samen en worden daarom meestal tegelijk genoemd. Ze werken samen tegen het oxideren van vetten, zowel in menselijke als dierlijke voeding. Alhoewel in kleine dosis veilig geacht door de Europese Unie, wordt het toch gelinkt aan kanker in proefdieren.  


Ethoxyquin (voorheen E324)

Een van de schadelijkste synthetische conserveermiddelen. Het is gelinkt aan allergische reacties, kanker in verschillende organen en orgaan falen. Het wordt ook gebruikt als pesticide en bij het maken van rubber. Momenteel wordt het langzaamaan verbannen in de Europese Unie, alhoewel het voorlopig in toegevoegde vitaminen (tot april 2018) en vis (tot april 2020) nog steeds voor kan komen.

 

Propylgallaat (E310)

Propylgallaat wordt vaak gebruikt in combinatie met BHA en BHT of met citroenzuur, omdat deze een samenwerkend effect hebben. Propylgallaat wordt afgebroken tot galzuur en kan leiden tot eczeem, maagklachten en hyperactiviteit. Ook kan het nier en leverproblemen opleveren, astma in de hand werken en is mogelijk kankerverwekkend. Andere gallaten zijn octylgallaat (E311) en dodecylgallaat (E312). Deze zouden minder toxisch zijn.  


Sulfietverbindingen zoals zwaveldioxide

Naast deze top 4 vond ik dat ik deze ook moest noemen: sulfiet verbonden met natrium of kalium. Deze vind je vaker in commercieel vers vlees voor huisdieren, zoals pet food rollen. Dit zijn:


  • Zwaveldioxide (E220)
  • Natriumsulfiet (E221), natriumbisulfiet (E222), natrium metabisulfiet (E223)
  • Kalium metabisulfiet (E224) en kalium bisulfiet (228).


Deze stoffen ondermijnen de opname van thiamine (vitamine B1). Hierdoor ontstaat een tekort. Dit veroorzaakt ernstige neurologische symptomen en kan fataal zijn.


Natuurlijke conserveringsmiddelen

Alhoewel ethoxyquin langzaam wordt verboden en BHA in babyvoeding verboden is, worden ze dus voorlopig nog steeds gebruikt. Gelukkig wordt onder druk van de consument (wij!) dit steeds vaker vervangen door natuurlijke antioxidanten.


Suiker, zouten en zuren (zoals citroenzuur) zijn natuurlijke middelen om eten langer goed te houden. Ook vitamine C en E hebben deze eigenschap: ze verminderen de oxidatie van voedingsmiddelen. Deze laatste twee worden steeds vaker gebruikt in kattenvoer.


Natuurlijke conserveringsmiddelen worden gewonnen uit planten en fruit die deze eigenschappen bezitten. Vitamine C wordt dan ook wel ascorbinezuur genoemd (E300) en vitamine E is d-alfa-tocoferol (E307) (familielid van de tocoferol varianten).


Vitamine C

  • Ascorbinezuur (E300)
  • Natriumascorbaat (E301)
  • Calciumascorbaat (E302)
  • Ascorbylpalmitaat (E304i) en ascorbylstearaat (E304ii)


Vitamine E

  • Tocoferolrijke extracten (E306)
  • Alfa tocoferol (E307)
  • Gamma tocoferol (E308)
  • Delta tocoferol


Van vitamine E bestaat ook een synthetische variant, namelijk dl-alfa-tocoferol (dl is een weggevertje voor ‘synthetisch’). Deze wordt in het lab gecreëerd. Deze zorgt voor een verminderde opname van vitamine E.  


Andere natuurlijke antioxidanten

Naast vitaminen zie je ook steeds vaker kruiden die een anti oxidatieve werking hebben. Voorbeelden hiervan zijn (extracten van) rozemarijn (E392), salie en kruidnagel. Ook zuren worden wel eens gebruikt, zoals citroenzuur (E330), melkzuur of appelzuur. 


Verder worden suiker en zout vaak gebruikt. Zout wordt vaak weergegeven met natrium (of in het Engels sodium). In veel gevallen wordt zout gebonden aan iets anders, zoals natriumnitraat. Er zijn ook al experimenten met gezondere alternatieven zoals druivenpitextract en dennenschorsextracten. Mogelijk dat dit in de toekomst een veilig alternatief wordt.


Zijn natuurlijke antioxidanten wel veilig?

“Natuurlijk” klinkt intuïtief een stuk beter dan “synthetisch” of “chemisch”. Ik vroeg me af of natuurlijke antioxidanten dan wel veilig zijn voor onze katten.  


Praktisch: Een minder lange houdbaarheidsdatum

Met name vitamine E is niet erg stabiel en breekt binnen enkele dagen af. Daarom kun je alleen capsules kopen: deze zijn afgesloten van zuurstof. Bovendien zijn ze erg duur. Vitamine C is goedkoper en langer houdbaar dan vitamine E. Echter doet het nog steeds onder voor de synthetische stoffen.


Dit betekent dat als jouw droogvoer geconserveerd is met vitaminen C en/of E, je beter een kleinere zak kunt kopen. Hiermee voorkom je dat je de halve zak moet weggooien. Niet dat je het direct terug ziet aan de brokjes hoor: die zien er zelfs na een paar jaar nog net zo uit als eerder.


Gezondheid: De vitamine moet gestabiliseerd worden

Juist omdat de vitaminen snel vervliegen, moeten ze gestabiliseerd worden. Vitamine E wordt gestabiliseerd met synthetische stoffen (BHA, BHT). Voor de gezondheid schiet dit dus niet op. Voor vitamine C is de variant sodium ascorbaat stabieler, maar dit wordt gelinkt aan kanker in de keel-, slokdarm- en blaaskanker bij honden.


Helaas is het zo goed als onmogelijk te achterhalen waarmee ze gestabiliseerd zijn, want deze voegen de diervoeders niet zelf toe. Daarom hoeven ze niet vermeld te worden.  


Gezondheid: Zijn al die extra vitaminen wel goed?

Vitaminen zijn gezond, toch? Ja en nee: zowel wij als katten hebben een onder- en bovenmaat. Teveel is dus niet goed. Vitamine E hoopt zich op in vet en kan dus makkelijker voor een overdosis zorgen.


Vitamine C wordt uitgeplast en is daarom minder problematisch. Toch moet je je afvragen wat die toegevoegde vitamine C doet met het lichaam van je kat. Zij maken deze stof zelf aan. Door het toe te voegen, komt er extra druk te staan op de lever, nieren, het vermogen dit zelf aan te maken en andere metabolische mechanismen. Katten lijken onder andere een overgevoeligheid te ontwikkelen voor calcium-oxalaat gruis in de blaas als zij teveel vitamine C tot zich nemen.

  

Niet alle natuurlijke antioxidanten zijn goed/minder slecht

'Natuurlijk' staat ook niet per definitie voor ongevaarlijk. Natriumnitriet en –nitraat (E250 en E251) zit vaak in bewerkt vlees. Deze stof kan irriterend werken op de ogen, huid en luchtwegen. In hoge dosis is het zelfs dodelijk voor de mens, laat staan een kat.


Ook kaliumsorbaat (E202) zie je liever niet. Deze antioxidant is afkomstig van de lijsterbes, en veroorzaakt geïrriteerde ogen, huid en luchtwegen (8). Calciumsorbaat (E203) en natriumsorbaat (E201) hebben vergelijkbare bijwerkingen.


Hoe herken je antioxidanten in kattenvoer?

Omdat blikvoer geconserveerd wordt in een blik, afgesloten van zuurstof, is het probleem met antioxidanten minder groot. In brokjes kun je het beste kiezen voor geconserveerd met vitamine E (tocoferolen) of vitamine C (ascorbinezuur).   Dit herkennen is echter wel een hele klus. Zelfs na intensief research kom ik er niet altijd achter. Dit probleem is drieledig: 


1 Ze gebruiken geen e-nummers

E-nummers zijn voor menselijk voer en helaas worden ze op diervoeding maar sporadisch gebruikt. Wel zie je soms in de ingrediëntenlijst bijvoorbeeld ‘tocoferol’. Dit betekent echter dat je veel ingrediënten moet researchen en/of de chemische namen moet onthouden.



2 Ze geven het weer als groep: ‘conserveringsmiddelen en antioxidanten’

Ten tweede mogen diervoeders de conserveerstoffen gegroepeerd weergeven, omdat het anders zoveel zou zijn. Voor fabrikanten is dit maar al te handig: onwetende klanten kijken er niet naar en het werpt een extra barrière op tegen nieuwsgierige consumenten. Wil je graag weten wat ze gebruiken, dan moet je de juiste vragen stellen aan de fabrikanten. En zelfs dan krijg je lang niet altijd direct antwoord.


3 Wat de leverancier toevoegt hoeft de diervoeder niet te vermelden

Ook dit is best logisch: productieketens kunnen lang zijn en alles vermelden kan leiden tot een ellenlange ingrediëntenlijst. Helaas helpt dit de bewuste kattenvoerder niet. Het is bijna onmogelijk te achterhalen of en welke stoffen gebruikt zijn.


Ethoxyquin is hiervan een goed voorbeeld. Deze mag nog steeds worden gebruikt in vis en vismeel. Maar ook in de synthetische vormen van vitaminen wordt dit nog steeds gebruikt. Deze vind je onder toevoegingen en zijn bijvoorbeeld:


  • Vitamine A in de vorm van bètacaroteen of retinylpalmitaat
  • Vitamine C in de vorm van van natrium ascorbaat
  • Vitamine E in de vorm van van dL-alfa tocoferol
  • Selenium in de vorm van natrium seleniet


De diervoeder hoeft vervolgens geen ethoxyquin te vermelden, want hij heeft het zelf niet toegevoegd.  


Basisregels die je kunt volgen omtrent conserveermiddelen

Het is lastig te achterhalen welke merken welke conserveermiddelen gebruiken, mede door de manier waarop ze het op de verpakking vermelden. Een paar ‘logisch verstand’ regels zijn:


Staat er niet ‘natuurlijk antioxidanten’?

Dan zijn ze waarschijnlijk synthetisch BHA, BHT en ethoxyquin zijn goedkoper dan natuurlijke antioxidanten. Prijkt de website niet met ‘natuurlijke antioxidanten’, dan gebruiken ze waarschijnlijk de synthetische varianten.


Ook ‘vrij van synthetische antioxidanten’ betekent niet veilig

Vraag welke conserveringsmiddelen ze gebruiken. Het liefst zie je vitamine C (ascorbinezuur) of E (tocoferol). Ook citroenzuur of kruiden als rozemarijn zijn oké. Vermijd natriumnitriet en – nitraat en ook kaliumsorbaat.


Pas op met vismeel en toegevoegde vitaminen en mineralen

In beiden worden vaak ethoxyquin verwerkt, één van de schadelijkste stoffen. Daarom kun je vis en vismeel (en de gespecificeerde vorm, zoals haringmeel) beter vermijden.


Blikvoer bevat vaak minder conserveringsmiddelen

Inblikken is een manier van conserveren zonder toevoegingen (of minimaal). Helemaal ideaal voor de voedingswaarde is het niet, omdat er verhit moet worden tot ~120 graden. Toch is het beter dan BHA, BHT of ethoyxquin.


Wil je het helemaal zeker weten? Vraag de producent

Het vereist wat doorzettingsvermogen, maar als je het helemaal zeker wil weten kun je het beste de producent vragen. Deze kan je het beste de up-to-date samenstelling geven.  


Conclusie: Helemaal veilig conserveren is lastig

Veel stoffen kunnen schade aanrichten in het lichaam van de mens en kat. Bewustwording dat er slechtere en betere conserveermiddelen bestaan is belangrijk om een betere keus te maken voor onze kleine vierpoters. Als je zo vrij mogelijk van deze stoffen wil voeren, dan blijft zelf samenstellen als enige over.


Gelukkig zorgt consumentendruk ervoor dat steeds meer diervoeders overstappen naar natuurlijke varianten. Toch moet je blijven opletten. Hoe oplettender wij als kattenvoerder worden en blijven, hoe beter. Samen kunnen we druk uitoefenen om ook in kattenvoer gevaarlijke stoffen te vervangen door gezondere stoffen. 


Bronnen

Barf-Natuurlijk: Conserveringsmiddelen in hondenvoer

Ron Hines, DMV (2nd Chance): Are Commercial Pet Food Preservatives Dangerous?

Trouw Nutrition: Wetgeving omtrent ethoxyquin

HollywoodFeed: Do You Know the Preservatives In Your Pet's Food?

Wikipedia: Propylgallaat

RSPCA: Are preservatives in pet food products a concern?

Wikipedia: Natriumnitriet

A healthy Life: Lijst met schadelijke e-nummers

PetNet: Preservatives in Pet Food

Wikipedia: Ethoxyquin

Gezondheid en Voeding voor Dummies: Deel IV, Voedselverwerking

Dogs Naturally Magazine: Synthetic Vitamins and Minerals in Dog Foods

Wikipedia: Lijst met e-nummers