Het beste blaasgruis voer: een dieet tegen struviet


Blaasproblemen komen veel voor bij katten. Struviet is in ongeveer 15 tot 30% van de gevallen het probleem. Dit kan zorgen voor een geïrriteerde blaas, moeite met plassen of zelfs een verstopte plasbuis. Katers lopen extra risico door hun smallere en langere plasbuis.

Een juist dieet kan helpen voorkomen dat je kat struviet krijgt. Als hij het al heeft, kan het ook helpen in de behandeling ervan. Indien succesvol kun je hiermee een dure operatie voorkomen.

Wat is het beste kattenvoer bij blaasgruis als behandeling?

Diagnose van struviet: wat je dierenarts moet doen

Om de juiste behandeling te kiezen, is het belangrijk dat de juiste diagnose wordt gesteld. Er zijn namelijk twee veelvoorkomende stenen, struviet en calcium-oxalaat, maar deze vereisen een heel ander dieet. Daarom is het van uiterst belang dat deze 3 vragen beantwoord worden:


  1. Is er een bacteriële infectie, en zo ja, van welke bacterie?
  2. Wat is de urine pH?
  3. Is er sprake van kristalen en zo ja, welke soort(en)?

Als je hierover meer wilt lezen, ga dan naar dit artikel over de juiste diagnose van blaasproblemen.


Onderstaande tips gelden specifiek voor struviet. Dit is een contra-indicatie met calcium-oxalaat gruis. Vraag dus altijd na welk soort blaasgruis jouw kat heeft voordat je begint met een behandeling. De volgende aspecten zijn noodzaak in het dieet van een kat die struviet heeft en een verhoogde urine pH waarde.

De urine pH verlagen

Struviet ontstaat bijna altijd spontaan wanneer de urine pH meer dan 7 wordt. Door dit te verzuren naar 6 tot 6,5 heeft struviet de mogelijkheid zichzelf op te lossen en dat het ook niet meer terugkomt. Daarom is dit 1 van de doelen van een blaasgruis dieet.


In urinary brokjes wordt dit gedaan door middel van DL-methionine (en soms ammonium chloride). Zo wordt de urine op een synthetische manier verzuurt. Maisgluten bevatten van zichzelf veel methionine, en wordt om die reden ook vaak toegevoegd in urinary voeding.


Echter heeft vlees deze verzurende eigenschap ook. Voldoende dierlijke eiwitten in een voeding kunnen dus een beschermende factor zijn tegen het ontwikkelen of terugkomen van struviet. Koolhydraten (planten) daarentegen zorgen in de regel voor een hogere urine pH waarde en zouden dus beperkt moeten worden in het dieet.


Maar: de urine moet ook weer niet té zuur worden. Dan wordt het risico op calcium-oxalaat blaasgruis juist weer groter. Dit is de reden dat je nooit urinary voer combineert met een urine verzuurder. Dit is ook de reden dat we blaasgruis voeding niet preventief geven aan gezonde katten.



Wanneer je meer plast, worden vervelend gruis sneller verwijderd uit de blaas. Maar helaas zijn katten erg slechte drinkers. Dus hoe stimuleer je de vocht inname van je kat?


Natvoer is hier absoluut the way to go. Hierop krijgen katten maar liefst 2x zoveel vocht binnen, ondanks dat ze op brokjes 5 tot 6x zoveel drinken. Helaas denken we alleen dat omdat katten meer drinken op brok, dat ze beter gehydrateerd zijn. Je observatie houdt je dus voor de gek helaas.


Natvoer heeft vaak ook direct het voordeel meer (dierlijke) eiwitten te bevatten. Deze stimuleren ook lichtjes het drinken van je kat. Dubbel win dus!


In urinary brokjes wordt vaak zout toegevoegd om het drinken te stimuleren. Dit helpt ook wel enigszins, maar dit is niet zoveel dat het ook nog maar in de buurt komt van natvoer voeren. Momenteel geldt ook een maximum van 1,5% zout op droge basis (FEDIAF Nutritional Guidelines 2021), terwijl onderzoek aantoonde dat er zeker 4,6% zout op droge basis nodig was om net in de buurt te komen van natvoer.


Ook interessant is de relatie tussen meer zout en de uitscheiding van fosfor in de urine, zeker als de gebruikte zoutvariant gebonden is aan een fosfaat. Door de extra uitscheiding neemt juist de kans op struviet toe, zo blijkt uit onderzoek.


Dus als het even kan: kies liever voor een (urinary) natvoer dan een brok. Dit zal helpen om gruis sneller uit te plassen. Je zult het ook zien in de kattenbak: in plaats van 1-2 plasjes per 24 uur, gaat het naar 2 tot 3.


Laag in magnesium en fosfor

Pas wanneer aan een lagere urine pH waarde en meer vocht is voldaan, komt deze eis om de hoek kijken. Bij een normale urine pH zal zich geen struviet vormen, zelfs al is magnesium en fosfor in het voer hoog. Maar als de urine pH wel boven de 7 is én daarnaast zit er ook nog eens veel magnesium en fosfor in de voeding... tsja, dan is het "jackpot", maar niet het soort dat je wilt.


Wat slim is om te kijken naar het soort magnesium verbinding: Een magnesium *chloride* zorgde niet voor een struviet, terwijl magnesium *oxide* dat wél deed. Dit komt omdat oxide een basische urine promoot, terwijl chloride juist een wat zuurdere urine geeft.


De meeste urinary voedingen zijn verlaagd in beide mineralen. Hier wordt vaak ook volop mee gepromoot. Maar onthoud dus het bovenstaande. En trouwens: te weinig magnesium + overzuring van de urine kan juist ook calcium-oxalaat in de hand werken, dus laten we hier een beetje rustig aan mee doen.


Het blaasgruis dieet: net na diagnose

Voordat je verder leest, nogmaals de waarschuwing / opmerking dat het erg belangrijk is dat je wéét dat je kat struviet heeft. Weet je het niet zeker, laat dan eerst de urine onderzoeken. Dit is van uiterst belang om te voorkomen dat je het verkeerde behandelplan kiest. Wanneer je zeker bent dat je kat inderdaad struviet heeft met een hoge pH waarde, mag je doorlezen  


Er zijn een aantal opties in de voeding die je kunt gebruiken voor je kat met struviet.


Ik ben groot voorstander van een urinary natvoer, zeker in het begin als de urine pH waarde nog sterk verhoogd is. Zeker bij katers is het verstandig om eerst grondig te verzuren, om te voorkomen dat ze verderop een plasbuis obstructie krijgen.


De meeste soorten zijn helaas geen feestje qua ingrediënten (gebrek aan vlees en dierlijke eiwitten), maar we moeten ergens kiezen. Urinary natvoer bevat wel meer eiwitten en minder koolhydraten dan urinary brok, en dat is wel absoluut winst. En natuurlijk het vocht wat het brengt.


Als je kat dit écht niet lust, kun je ook een reguliere natvoer of KVV nemen en deze zelf verzuren met bijvoorbeeld Vétoquinol Care DL-methionine (pasta), Trovet anti-struvite tabletten of het wat "zachtere" middel Sensipharme Urologist (Chinese kruiden). Zo kun je een betere voeding nemen en toch verzuren, alhoewel het wel meer "gedoe" is om de juiste werkzame hoeveelheid te vinden voor jouw kat (lees hiervoor ook de bijsluiter van het product!). Belangrijk: Je gebruikt NOOIT urinary voeding + een verzurend supplement.


Let op dat verzurende middelen inclusief urinary voeding een contra-indicatie heeft voor kittens, zwangere en zogende moederpoezen, calcium-oxalaat en (chronisch) nierfalen. Vermijd het dus voor deze katten en laat ze zeker ook niet mee-eten met een andere kat.


De volgende optie is urinary brokjes. Nog altijd de meest aanbevolen optie door de dierenarts. Ik ben hier dus absoluut geen voorstander van, omdat hierin het vocht ontbreekt dat je kat zo hard nodig heeft. Deze verzuren in elk geval wel de urine, waardoor struviet oplost. Meestal is 3% DL-methionine OF 1,5% ammonium-chloride voldoende. Ook magnesium en fosfor is vaak verlaagd om herhaling te voorkomen.


Je kunt de brokjes ook aanlengen met water. Daarnaast is het bij een brokjes dieet extra belangrijk het water drinken te stimuleren. Zet daarom waterbakjes het liefst door het huis heen. De looproutes van je kat zijn goede plekken. Hier vind je nog meer tips om dit te verbeteren.


Iets wat ik absoluut afraad is om gewone brokjes door te blijven voeren. Zelfs de beste brokjes hebben waarschijnlijk te weinig effect om de (sterk) verhoogde urine pH weer op orde te brengen. Hierdoor zullen klachten verergeren, waarbij op termijn zelfs de plasbuis verstopt kan raken. Dit kan leiden tot allerlei noodzakelijke medische ingrepen die je echt niet wilt, die de problemen op hun eigen manier weer kunnen verergeren en het kost ook nog eens veel geld (en verdriet...!).


Moet je kat voor eeuwig urinary voeding?

Ik ben voorstander om urinary voeding of verzurende supplementen zo kort mogelijk te gebruiken als kan. Gezien urinary voeding meestal binnen een maand effect heeft en de struviet verdwenen is, is dat dus een eerste richtlijn. Bij sommige katten zelfs al in 2 weken, bij andere katten duurt het zomaar 5 maanden. Op de verpakking staat meestal dat het maximaal 6 maanden gegeven mag worden.


Om te voorkomen dat je te lang (of te kort) verzuurd kun je ook zelf de urine thuis testen. Zie hier tips voor het opvangen van plas en het gebruik van urine strips. Dit kan in het begin elke week en daarna maandelijks of als je vermoed dat er iets mis is. Dit is mega-zinvol om zelf snel in te grijpen op het moment dat de urine pH weer hoog wordt of blijft.


In het eerste jaar na diagnose raad ik ook aan om elke 3 maand de urine te laten testen bij de dierenarts. Zij kunnen dan direct kijken of er nog struviet aanwezig is, iets wat je zelf niet thuis kunt. Gaat het goed, dan kun je het 2de jaar dit terugbrengen naar elk half jaar testen en het derde jaar 1x per jaar.


Mijn ervaring is dat een vochtrijk dieet een enorm verschil maakt. Meestal blijft de urine pH waarde beter onder controle en komt de struviet niet terug. Dit geldt voor zowel natvoer als KVV/rauw voer. Er hoeft dan meestal ook niet levenslang urinary natvoer gegeven te worden: na 3 à 6 maanden stap ik met mijn 1-op-1 klanten over naar een reguliere natvoeding met een hoog vleespercentage.


Wil je echter urinary brokjes voeren, dan is de kans veel hoger dat het terugkomt (tot wel 8x zo veel!). In die gevallen zit je dus veel meer vast aan een urinary brok. Maar zelfs dan komt het toch nog best vaak weer terug én mijn ervaring is dat veel katten hier snel te dik op worden. Gezien dat weer een risicofactor is voor blaasproblemen (en nog vele andere ziekten), is dit verre van ideaal.


Terug naar reguliere brokjes is in 99 van de 100 gevallen echt een no-go. Dit gaat in de meeste gevallen leiden tot een terugval, waar je weer van vooraf aan kunt beginnen. Zelfs als de struviet en pH waarde nu goed is of zelfs al voor langere tijd (1+ jaar), raad ik dit alsnog heel hard af. Eenmaal een risicokat, altijd een risicokat, waarmee ik het lot niet wil tarten.


Bronnen

Buckley, C. M., Hawthorne, A., Colyer, A., & Stevenson, A. E. (2011). Effect of dietary water intake on urinary output, specific gravity and relative supersaturation for calcium oxalate and struvite in the cat. British journal of nutrition, 106(S1), S128-S130.

Ching, S. V., Fettman, M. J., Hamar, D. W., Nagode, L. A., & Smith, K. R. (1989). The effect of chronic dietary acidification using ammonium chloride on acid-base and mineral metabolism in the adult cat. The Journal of nutrition, 119(6), 902-915.

Dvorska, J., & Saganuwan, S. A. (2015). A review on urolithiasis in dogs and cats. Bulgarian Journal of Veterinary Medicine, 18(1), 1-18.

Funaba, M., Hashimoto, M., Yamanaka, C., Shimogori, Y., Iriki, T., Ohshima, S., & Abe, M. (1996). Effects of a high-protein diet on mineral metabolism and struvite activity product in clinically normal cats. American journal of veterinary research, 57(12), 1726-1732.

He, C., Fan, K., Hao, Z., Tang, N., Li, G., & Wang, S. (2022). Prevalence, risk factors, pathophysiology, potential biomarkers and management of feline idiopathic cystitis: an update review. Frontiers in Veterinary Science, 9, 900847.

Jackson, J. R., Kealy, R. D., Lawler, D. F., Ballam, J., & Laflamme, D. P. (1995). Long-term safety of urine acidifying diets for cats.

Lekcharoensuk, C., Lulich, J. P., Osbome, C. A., Pusoonthomthum, R., Kirk, C. A., Ulrich, L. K., ... & Swanson, L. L. (2001). Evaluation of factors associated with calcium oxalate urolithiasis in dogs. Epidemiology of urolithiasis in cats and dogs.

Markwell, P. J., Buffington, C. T., & Smith, B. H. (1998). The effect of diet on lower urinary tract diseases in cats. The Journal of Nutrition, 128(12), S2753-S2757.

Osborne, C. A., Lulich, J. P., Kruger, J. M., Polzin, D. J., Johnston, G. R., & Kroll, R. A. (1990). Medical dissolution of feline struvite urocystoliths. Journal of the American Veterinary Medical Association, 196(7), 1053-1063.

Skoch, E. R., Chandler, E. A., Douglas, G. M., & Richardson, D. P. (1991). Influence of diet on urine pH and the feline urological syndrome. Journal of Small Animal Practice, 32(8), 413-419.