Wat zijn dierlijke bijproducten in kattenvoer en zijn ze slecht voor je kat?


Je bent het vast met me eens dat ‘dierlijke bijproducten’ in kattenvoer op zijn minst een vage beschrijving is. Het helpt ook niet dat producenten er nogal geheimzinnig over doen. Het klinkt als de restjes van de restjes: raar, vies, ongezond.


Maar is dat ook zo?


Dierlijke bijproducten kunnen van alles zijn. Maar toch ook weer niet. Het is belangrijk om de hype van de werkelijkheid te scheiden. Daarom wil ik deze drie vragen beantwoorden:


  1. Wat zijn dierlijke bijproducten in kattenvoer?
  2. Waarom wordt het gebruikt in kattenvoer?
  3. Zijn dierlijke bijproducten slecht of ongezond voor je kat?


Wat zijn dierlijke bijproducten in kattenvoer?

Het FEDIAF heeft in de “Code for good labelling: Practice for Pet Food” definities en beschrijvingen opgenomen. Een vrije vertaling is

:

Alle vleselijke onderdelen van geslachte, warmbloedige dieren – vers of goedgehouden – en alle bijproducten van de verwerking van (delen van) het karkas die niet voor menselijke consumptie zijn bedoeld, inclusief eicellen, embryo’s en sperma.


Het lijkt alsof dit maar van elk willekeurig dier kan komen, maar dat is voor Nederland (/Europa) niet waar. Dierlijke bijproducten worden in Europa ingedeeld in drie categorieën. Alleen categorie 3 mag gebruikt worden in diervoeding. Hieronder vind je mijn geparafraseerde samenvatting van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit:


Categorie 1

Risico vlees door bijvoorbeeld ziekten, milieuverontreiniging of verboden stoffen (zoals hormonen). Huisdieren en proefdieren vallen hier ook onder.


Categorie 2

  • Mest en de inhoud van het maag-darmkanaal
  • Dieren die niet aan de EU-maatstaf voldoen
  • Dieren die niet voor menselijke consumptie geslacht zijn


Categorie 3

  • Geslachte dieren geïnspecteerd door de EU...
  • Wild of boerderijvlees...
  • Hoeven, haren, veren, horens van dieren...

... goedgekeurd voor humane consumptie


Alleen categorie 3 is goedgekeurd voor het gebruik in kattenvoeding (2). De hoofdmoot daarin is ‘vlees dat geschikt is voor humane consumptie, maar om commerciële of productie redenen niet zo gebruikt wordt’. Dingen die je wel eens leest uit Amerika, zoals dat geëuthanaseerd huisdieren of roadkill (doodgereden dieren langs de weg) gebruikt worden, is dus absoluut verboden in Nederland.


Keuringsdienst van Waarden: Wat zijn dierlijke bijproducten? (uitzending van 2014)



Waaruit bestaan dierlijke bijproducten?

Dierlijke bijproducten zijn heel gevarieerd. Het is alles wat overblijft nadat het dier ontdaan is van zijn spiervlees: Het vlees dat alles bij elkaar houdt. Het kan bijvoorbeeld gaan om organen (hart, lever, longen), ledematen (koppen, poten) en botten. Daarnaast kunnen ook minder voedzame componenten er dus in verwerkt worden, zoals embryo’s, sperma, hoeven en veren.


Dit wordt verhit volgens de opgestelde regels van de NVMA. Hierdoor worden eventuele bacteriën gedood. Helaas kan er door de hoge temperatuur ook proteïne en enzymen verloren gaan.


Waarom worden dierlijke bijproducten gebruikt in diervoeding?

Ik kan drie redenen noemen waarom er dierlijke producten worden gebruikt in de meeste kattenvoer (maar ook hondenvoer):


1. Sommige dierlijke bijproducten zijn erg voedzaam

Orgaanvlees is ook een dierlijk bijproduct. Echter zitten in organen een hoop belangrijk bouwstoffen, zoals eiwitten, vitaminen (A, B, E) en mineralen. Deze zijn erg gezond voor je kat. Ook botten zijn een dierlijk bijproduct en dit is een goede bron voor calcium en  fosfor.


Bij rauw voerders wordt hier slim gebruik van gemaakt door combinaties te maken van deze voedzame delen. Natuurlijk is gematigdheid het kernwoord en daarom wil ik bijvoorbeeld 'lever' nooit als eerste ingrediënt zien (dit is erg rijk aan vitamine A, een vetoplosbare vitamine die zich kan ophopen in het lichaam).


2. Het is goedkoper dan (spier)vlees

Spiervlees is duur, want wij mensen willen dat eten. Organen daarentegen worden toch als 'vies' gezien (lekker stukje brein, iemand? Of liever vissenogen?). Hier maken producenten slim gebruik van door iets meer orgaanvlees te gebruiken dan vlees. Zo kunnen ze de kostprijs drukken. Voor ons als consument zorgt dit weer voor een goedkoper kattenvoer.


3. Het is natuurlijk: Een kat eet zijn prooi met huid en haar

Voor een volledige voeding eet hij alles op van de muis: van kop tot staart, van brein tot huid, van lever tot botjes. Wij noemen dit 'bijproducten', maar de negatieve bijklank die het heeft is maar deels gerechtvaardigd. Het is juist erg normaal voor je kat om dit allemaal op te eten.


Zijn dierlijke bijproducten slecht/ongezond voor je kat?

Als dierlijke bijproducten positieve eigenschappen hebben én past bij het eetpatroon van de kat, waarom wordt er dan toch aangeraden om het te vermijden?


Het probleem is dat veel fabrikanten gewoon ‘dierlijke bijproducten’ op het etiket plaatsen. Deze vaagheid is het probleem: Door niet te specificeren welke bijproducten gebruikt worden, heb je eigenlijk geen idee of de bijproducten van kwaliteit zijn, of niet.


Is het een mix van hart, lever en wat bot? Fantastisch.


Of is het 90% kippenpoten? Dat is een stuk minder voedzaam. De voedzaamheid hiervan is enorm variabel én discutabel. Veren, koppen en hoeven zijn ook niet erg smakelijk. Daarom worden er smaakmakers (geur- en smaakstoffen, E-nummers) aan toegevoegd. Ook hierover is veel discussie en sommige wil je liever vermijden.


Vermijd de ongespecificeerde dierlijke bijproducten en selecteer op de organen die wel gespecificeerd worden.


Waarom worden bijproducten niet gespecificeerd op het label?

Vooral in goedkope voedingen worden bijproducten vaker niet dan wel gespecificeerd. Ik denk dat zonder specificatie de minder voedzame delen worden gebruikt, want hart, lever en nier klinken juist goed, maar kippenpoot met paardenhoef klinkt een stuk minder aantrekkelijk.


Daarnaast kunnen ze door niet te specificeren in elke batch die ze maken andere bijproducten gebruiken. Hebben we deze week iets meer kippenpoten en iets minder long? Geen probleem, zolang je de ingrediënten niet specificeert hoef je de verpakking ook niet aan te passen.


Orgaanvlees in kattenvoer: de beste dierlijke bijproducten

Zoals ik al zei: het ene bijproduct is het andere niet. Maar hoe weet je dan wat goed is? Met een beetje logisch verstand kom je al een heel eind, maar hieronder een lijstje waarop je kunt letten voor gespecificeerde organen:


Hart

Hart is één van de beste bronnen van taurine. Ook bevat het veel vitamine A. Vergeleken met spiervlees heeft het meer ijzer, koper, vitamine C, mangaan, selenium, riboflavine, niacine, pathoteenzeer en vitamine B12 (3). Kippenhartjes of een stukje runderhart kun je ook als snack geven.


Lever

Lever wordt vaak gebruikt in kattenvoer. Het bevat veel vitamine A. Ondanks dat koken vitamine A deels vernietigd, wil je dit niet als eerste ingrediënt zien: teveel vitamine A kan schadelijk zijn. Ook bevat het foliumzuur, fosfor, koper, ijzer, zink, chroom, vitamine B (vooral B12) en vitamine D (3). Lever kan laxerend werken.


Longen

Longen bevatten veel ijzer. Teveel is giftig en kan leiden tot verstopping.


Nieren

Nieren worden veel minder vaak gespecificeerd weergegeven. Ze bevatten veel vitamine A en B.


Botten

Heel soms kom je toegevoegd bot tegen op de verpakking, maar niet vaak. Bij het rauw voeren wordt het veel gebruikt voor een bron van calcium. Ook bevat het koper, zink en vitamine A, D en E. Bot werkt op het verteringsstelsel: teveel kan leiden tot verstopping, maar te weinig kan laxerend werken.


Brein en ogen

Ook dit staat niet weergegeven op verpakkingen, want, nou ja, *iel*. Ik ben bang dat de meeste mensen het dan niet kopen, en dat kan een fabrikant niet hebben uiteraard. Toch is dit heel voedzaam: beiden bevatten veel omega-3 vetten, maar ook taurine is hierin aanwezig.


Nekken: lekker om te knagen

Een kippennekje is een goede beginnerskluif voor katten. Probeer hierbij te gaan voor kippennekken waarbij de schildklier verwijderd is. Het lijkt erop dat als je kat hiervan veel krijgt (en dan specifiek de hormonen die hierin aangemaakt worden), er schildklierproblemen kunnen ontstaan door de extra hormonen.


De mindere delen: hoeven, poten, veren

Alhoewel dit uiteraard nooit op de verpakking zal staan, worden deze onderdeel geheid verwerkt in de 'dierlijke bijproducten'. Instinctief weet je al gelijk dat dit niet de beste delen zijn. De eiwitkwaliteit is slechter, het is minder voedzaam en minder smakelijk. Af en toe een kippenpoot om te knagen is prima, maar als hoofdeiwitbron? Nee, liever niet.


Conclusie: Wel of geen dierlijke bijproducten?

Dierlijke bijproducten zijn niet per definitie slecht. Er zijn goede delen en slechte delen. Het is jammer dat de diervoedingsindustrie weigert hier meer informatie over te geven onder het mom van ‘geheim product formule’. Het zou de consument (ons) beter informeren in plaats van argwaan wekken.


Dat betekent niet dat je dierlijke bijproducten moet vermijden. Zorg dat de ingrediënten gespecificeerd zijn, zodat je beter weet wat je voert.


Overigens vind ik het nog steeds logischer om een kattenvoer met als eerste ingrediënt 'vlees en dierlijke bijproducten' te voeren dan een voeding met als eerste ingrediënt 'graan'. Zeker als je een kleine portemonnee hebt is dit een optie.


Bronnen

FEDIAF: Code of Good Labelling: Practice for Pet Food(PDF, 20 oktober 2011) - Pagina 60 (hoofdstuk 6.2) & Pagina 4 (hoofdstuk 2)

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit: De 3 categorieën dierlijke bijproducten (opgevraagd 20-6-2024)

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit: Verwerken categorie 3 materiaal (opgevraagd 20-6-2024)

Voerwijzer: Orgaanvlees

Köhler, B., Stengel, C., & Neiger, R. (2012). Dietary hyperthyroidism in dogs. Journal of Small Animal Practice, 53(3), 182-184.