7 signalen dat je (niet) de juiste kattenvoeding geeft

Er wordt steeds meer gepraat over gezonde voeding voor je kat. Goede voeding heeft namelijk een grote invloed op het welzijn van je kat. Toch is het per kat verschillend wat de meest optimale voeding is. Waar de ene kat het goed op doet, is voor de andere kat minder geschikt. Daardoor is het meer dan alleen letten op de ingrediënten van veel vlees en weinig granen.


Welke signalen duiden op goed voer voor jouw kat?  


Je kat is te dik of te dun

Vaak wordt dik en dun gemeten in gewicht. Je kat mag niet te zwaar of te licht zijn. Maar gezonde katten kunnen tussen de 3 en wel 6 kilo zitten, en toch een gezond gewicht hebben. Dat jouw kat 4 kilo is wil nog niet zeggen dat dit het juiste gewicht is voor jouw kat. 


Voor een kat op gezond gewicht moet je de ribben kunnen voelen. Als je ze direct kunt zien is je kat te licht. Als je ze niet kunt voelen, is je kat te dik. Hoe je het verschil ziet, kun je hier lezen. Vooral overgewicht is tegenwoordig een groot probleem en komt in veel gevallen door te veel voeren.


Dit kan komen omdat de calorische waarde van de voeding niet past bij jouw kat. Het is bijvoorbeeld te calorierijk of juist te caloriearm.


Je kat verliest spiermassa

Spieren zijn belangrijk om te bewegen, maar ook voor je immuunsysteem. Bij onvoldoende beweging, maar ook bij een gebrek aan eiwitten, zal je kat spiermassa verliezen. Bij oudere katten is dat vaak meer uitgesproken, maar dit is zeker geen normale ontwikkeling van ouderdom. Sterker nog: een onderzoek liet zien dat 3 à 4 jaar voor de kat overlijd, hij spiermassa begon te verliezen (Cupp et al, 2010). Het is dus eerder een symptoom van iets anders.


Wil je weten of je kat voldoende (dierlijke) eiwitten binnenkrijgt, dan is de ruggengraat test handig om de Muscle Condition Score te beoordelen. Ga hierbij met je vingers over de ruggengraat. Is deze hobbelig en goed te voelen, dan heeft je kat waarschijnlijk een proteïne tekort. Hij heeft spiermassa verloren.


Bron: Taft University


De vacht en huid

De vacht en huid is een goede indicatie voor de gezondheid van je kat. Een slechte vacht betekent dat de vacht dof is, waarbij kleuren niet meer zo goed uit komen. Ook kan de vacht vettig zijn. De huid is droog of schilferachtig. Een slechte vacht kan duiden op een tekort aan vitaminen en/of mineralen, vetten of te weinig vocht. 


Een gezonde vacht is juist blinkend, zacht en schoon. Ook is deze rijk in kleur en glanzend. Verzorgt jouw kat zichzelf goed, maar zie je toch een slechte vacht, dan kan verandering in voeding een verandering brengen.


Plots flink verharen of kale plekken kan duiden op iets ernstigs. In sommige gevallen gaat het om een voedselallergie. het kan ook zijn dat je kat zich minder goed kan wassen door bijvoorbeeld overgewicht of artrose. Een bezoekje aan de dierenarts is belangrijk om andere medische zaken uit te sluiten.


Overgeven

Soms geven katten over. Als dat een keer gebeurt, is dat niets om je zorgen over te maken. Als het echter op regelmatige basis gebeurt, dan is het verstandig de oorzaak te achterhalen. Het is slim om even te analyseren waar je mee te maken hebt:

  1. Een haarbal
  2. gal/spuug
  3. eten terug overgeven


Bij haarballen werkt het vaak om wat extra vezels toe te voegen. Liefst zitten die verwerkt in de voeding, omdat katten het dan ook daadwerkelijk opeten. Dit zou tussen de 5 en 7% op droge basis moeten zijn. (Heb je de voerlijsten, dan kun je dat daarin makkelijk controleren).


Bij gal en spuug duurt het waarschijnlijk te lang voordat je kat (weer) eten krijgt. Vaker kleinere porties zijn dan slim. Ook bij eten terug overgeven kan dit de oorzaak zijn. Ze eten dan te snel, waardoor het oncomfortabel is voor de maag en spugen dus alles weer eruit. Naast de kleinere porties, kun je dan ook een voerpuzzel aanbieden, zodat het eten vertraagt wordt.


Natuurlijk zijn er ook medische redenen voor overgeven. Misselijkheid, voedselgevoeligheid, maagproblemen... Overleg daarom ook zeker met je dierenarts. Bespreek de symptomen en het gedrag en laat eventueel bloedonderzoek doen. Zeker als bovenstaande tips niet helpen, raad ik dit sterk aan.


De kattenbak: De ontlasting

Als je het dan toch moet verschonen, check dan de poepjes en plasjes in de bak. Deze geven een goede indicatie van de vertering van het voer.   De ontlasting is gezond als het:

  • Een diepe bruine heeft
  • Niet te zacht of te hard is
  • De geur niet te sterk is (alhoewel poep nou eenmaal geen bloemetjes geur heeft, zou je het amper moeten ruiken als je in dezelfde kamer zit).


Continue diarree is reden tot zorg. Als het langer dan twee dagen aanhoudt, kan je kat ernstig gedehydrateerd raken. Een dierenartsbezoekje is noodzakelijk.


Verstopping kun je opmerken doordat je kat erg veel moeite moet doen, maar er alleen "konijnenkeutels" in de bak ligt (of zelfs niets!). Dit kan af en toe voorkomen, maar moet niet de norm worden. Zie je je kat vaker naar de bak lopen, houd dan een oogje in het zeil.


Is de poep wit uitgeslagen, dan krijgt je kat waarschijnlijk te veel calcium. Dat komt vaker voor bij rauw gevoerde dieren waarbij teveel bot in het dieet wordt toegevoegd. Uiteraard mag er geen bloed in de poep zitten (maar dit is niet altijd even makkelijk te zien).


Constipatie

Vertoning

Hoe vaak

Mogelijke oorzaak

Kleine, harde, droge poepjes

Minder dan 1x per dag

Uitdroging, megacolon, dieet

Kleine, harde, droge poepjes met een veel haar

Minder dan 1x per dag

Haarballen, overdadige uiterlijke verzorging (wassen)

Dunne, lint achtige poep

Minder dan 1x per dag

Darm (bijvoorbeeld een tumor)


Diarree

Vertoning

Hoe vaak

Mogelijke oorzaak

Zwarte teerachtige, vloeibare poep

Varieert

Maag of darm bloedingen. Bel de DA direct.  ⚠️

Stinkende puddingachtige poep

2-3 keer per dag

Voedsel intoleranties, inflammatoire darm ziekte

Stroperige poep met slijm

Meerdere keren per dag

Te weinig vezels, colitis

Zachte, schuimende, vettige poep met slijm

Varieert

Parasieten


De kattenbak: De plasjes

Onder voeding versta ik ook de vochtinname. De urine controleren is daarom ook belangrijk. Klonterend grit is daarbij handig: deze maakt balletjes van de urine, zodat het makkelijker te zien is hoeveel en hoe vaak je kat plast. Normaal plast je kat ongeveer 3 keer per dag en dit wordt een bolletje ter grootte van ongeveer een vrouwenvuist.


Bron: CatInfo (met vrije vertaling)


Zie je veel kleine bolletjes gecombineerd met je kat die steeds weer naar de kattenbak gaat, dan kan dit duiden op blaas- of urinewegproblemen. Mogelijk is een deel van de plasbuis verstopt. Maar let op: hetzelfde gedrag kan vertoond worden bij constipatie.


Plast je kat juist heel erg veel, kan dan duiden op suikerziekte of andere aandoeningen. Zeker als je dit ziet in combinatie met toegenomen dorst en veel drinken, wacht dan niet langer af.


Is er niets medisch aan de hand, maar is de hoeveelheid urine weinig, dan kun je overstappen op meer natvoer. Natvoer bevat namelijk veel meer vocht dan droogvoer. Daardoor is je kat beter gehydrateerd.  


Gedrag

Dat elke kat weer anders is, staat vast. Jij weet het beste wat ‘normaal’ is voor jouw kat. Toch kan bepaald gedrag duiden op ziekten. Veel slapen, lusteloosheid, andere manier van lopen, terugtrekken of juist extra aandacht zoeken, opeens niet meer op zijn favo plekjes te vinden zijn... Sommige dingen zijn vrij duidelijk (zoals slaan bij aaien), anderen zijn heel subtiel (minder aandacht zoeken).


Een vragenlijst invullen kan ook helpen, bijvoorbeeld deze. Doe je dit elk half jaar of zelfs elk kwartaal, dan zie je mogelijk sneller dat iets veranderd is. Ook een dagboekje bijhouden is fijn.


Bronnen

Cupp, C. J., & Kerr, W. W. (2010). Effect of diet and body composition on life span in aging cats. Proc Nestlé Purina Companion Animal Nutrition Summit: Focus on Gerontology.