Hoeveel merken kattenvoer kun je afwisselen?

In een eerder artikel bepleit ik waarom je juist wél moet afwisselen in voedingen voor je kat. Je kunt afwisselen in merk en smaak. In dit vervolgartikel wil ik iets verder uitdiepen hoe je dat aanpakt. Dat is echt niet heel ingewikkeld gelukkig.


Hoeveel merken wissel je af?

Variëteit in merk zorgt voor andere samenstellingen van macronutriënten, mineralen en vitaminen. Daarom kun je ongeveer 2 tot 4 merken kiezen die je afwisselt. Binnen de verschillende merken kun je ook nog afwisselen in diverse smaken.


De smaak is de eiwitbron die gebruikt wordt, oftewel: de vleessoort. Let daarvoor goed op de ingrediëntenlijst. Als er staat 'met konijn', bedoelen ze dan dat 4% van de vlees en dierlijke bijproducten konijn is, of is het echt (vooral) konijn?


Als je ongeveer 2 tot 4 verschillende eiwitbronnen hebt, wissel je voldoende af. Zolang er geen sprake is van allergie, kunnen kip en rund daar prima tussen zitten. Dit kun je aanvullen met bijvoorbeeld eend, kalkoen, konijn en lam. Het is niet erg als je merken hebt die allebei dezelfde eiwitbron heeft. Vis raad ik aan om wat minder te geven dan vleesvarianten, maar is een bron van goede omega 3 vetten en dus een zinvolle aanvulling voor af en toe.


Het is niet nodig om veel meer variatie aan te brengen in merk of eiwitbron. Het is ook niet nodig om allerlei exotische eiwitbronnen te proberen. Laat bijvoorbeeld paard, gans, kangoeroe, buffel en rendier lekker staan.



Een greep uit de selectie voor Lapje. Met een maag als een tank, is deze afwisseling geen probleem voor haar. Ondertussen is haar smaakpalet en voedingsbehoefte veranderd, dus een deel hiervan heb ik ingewisseld voor andere merken.


Hoe pas je variatie toe in praktijk?

Het wisselen van kattenvoer kun je op verschillende manieren doen en is lang niet zo moeilijk als het klinkt. Het belangrijkste is dat het past bij je kat en dat je niet te snel gaat. Neem je tijd, er is geen wet die zegt dat het elke dag, elke week of zelfs elke maand moet.


Brok afwisselen

Bij brokjes raad ik aan de zak binnen 4 tot 6 weken op te maken (lees hier waarom). Het makkelijkste is daarom om in de tijd merk Yummie te geven en dan langzaam over te gaan naar naar merk Lekkah. Daarna kun je door naar merk Katsy. Zo geef je gedurende een jaar 2 of 3 merken in rotatie.


Het is ook mogelijk om 2 brokjes te mengen. Maar zorg wel dat beiden zakken binnen de 4 tot 6 weken op zijn. Het is daarom verstandig om niet te grote zakken te kopen - zeker niet als je maar 1 of 2 katten hebt of als het hoofdmaaltijd natvoer is.


Natvoer afwisselen

Natvoer is sneller af te wisselen van merk. Zodra het blikje of pouch op is, begin je met een ander merk. Zo kun je makkelijk 2 tot 4 merken afwisselen.


Voor Lapje heb ik diverse blikjes van 50 en 200 gram. Toen ze jonger was zaten daar ook 400 grams blikken tussen. Ik mix deze al in de kast, zodat ik automatisch afwissel. Zo krijgt ze soms wel 2 of 3 merken op 1 dag, vooral met kleinere blikjes. Dit kan ik ook doen, omdat Lapje een maag als een tank heeft. Is jouw kat gevoeliger dan kun je het rustiger aan doen met wisselen.


Te verwachten: diarree

Er is altijd diarree te verwachten als je wisselt van voeding. Hoe langer je kat al hetzelfde eet, hoe groter de kans hierop is. Hetzelfde geldt overigens voor overgeven. Uiteraard is het nooit de bedoeling dat dit erg heftig wordt en/of lang aanhoudt.


Dat gezegd hebbende, zachte drollen of milde diarree is een onderdeel van het proces, zéker als je naar meer natvoer gaat. Dit komt omdat natvoer een heel andere samenstelling heeft dan brokjes. Het kan 6 tot 8 weken duren voordat je kat daar echt helemaal aan gewend is. Meestal klaart het al op na een week of 2.


 Zolang het niet te erg wordt, is dit niet direct een probleem dat de ontlasting iets dunner is. Wat 'niet te erg is' zul je zelf moeten beoordelen op basis van jouw kat gedrag en de kattenbak! Gebruik daarbij je boerenverstand.


Voor gevoelige katten

Afwisseling moet helpen, niet meer schade doen. Sommige katten hebben zeer gevoelige maag/darmen en raken snel van slag. Toch raad ik ook voor hun aan dat je probeert 2 merken te vinden die wel goed gaan. Al is het maar om te voorkomen dat je met je handen in het haar zit als een fabrikant zijn samenstelling verandert.


Ook kun je de transitie extra langzaam laten verlopen. Per theelepel opvoeren is echt geen raar idee. Ik doe dit met veel klanten en meestal komen we dan al een heel eind. Blijkt de kat geen probleem te hebben met het voer, maar met de snelheid van het wisselen.


Dus zoek naar de balans en een proces dat passend is voor jouw kat. Er is geen one-size-fits-all, dus laat je door niemand opjagen. Liever een stapje te langzaam dan te snel.


Wanneer je *niet* moet wisselen

In sommige gevallen raad ik juist af om te wisselen. In die gevallen is het 'iets eten' beter dan de noodzaak om af te wisselen. Alvleesklierproblemen zijn hiervan een goed voorbeeld: als er iets is wat de eetlust opwekt, dan go for it.


Bij darmproblemen, zoals gevoelige darmen (IBD), kan wisselen een uitkomst zijn. Soms vermindert het de darmirritaties. Maar soms verergert het ook. Stabiliteit is dan belangrijker dan afwisseling. Nogmaals: Afwisseling moet helpen, niet meer schade doen.