Hoe kies je een goede voeding voor je kat in 4 stappen?
Het kiezen van een geschikte kattenvoer kan een hele opgave zijn. Als je niet weet waarop je moet letten, is het moeilijk te zeggen wat goed is en wat niet.
Er zijn verschillende manieren om kattenvoer te kiezen. Sommigen zeggen dat je alleen op de voedingstabel hoeft te letten, anderen wijzen juist op de ingrediëntenlijst. Ik maak een combinatie van beiden.
Niet alleen kwantiteit, maar ook de kwaliteit (met name van eiwitten) is belangrijk. Hieronder een uitleg waar ik op let.
Stap 1: Start met natvoer
Natvoer heeft een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van brokjes. Hoe meer research ik doe, hoe meer ik hierachter kom.
Natvoer bevat voldoende vocht
Natvoer bevat ongeveer 70% vocht, terwijl brokjes maar 10% vocht bevatten. Ondanks dat katten op droogvoer meer drinken, krijgen ze nog steeds 2x zo weinig vocht binnen dan wanneer ze natvoer krijgen. Dit kan leiden tot constante uitdroging, nierproblemen en urinewegproblemen.
Natvoer bevat (vaak) meer eiwitten
Eiwitten zijn belangrijk voor je kat. Hij haalt hier energie en bouwstoffen uit. Vaak zijn de eiwitten ook van dierlijke (en dus betere) kwaliteit in natvoer. In droogvoer zie je vaker eiwitconcentraten uit planten.
Natvoer bevat minder koolhydraten
Natvoer zit meestal ergens rond de 10% koolhydraten (droge basis), terwijl droogvoer vaker rond de 30% schommelt (uitzonderingen daargelaten!). Aangezien koolhydraten moeilijk gebruikt kunnen worden, zou hiervan niet zoveel in het voer moeten zitten. Veel koolhydraten in het voer is bovendien gerelateerd aan suikerziekte en overgewicht (en ook indirect aan kanker!).
Van natvoer kun je meer volume geven
Natvoer is minder caloriedicht. Daardoor geef je van natvoer gemiddeld 250 gram, terwijl je van droogvoer maar 50 gram mag geven. Daardoor overvoer je met droogvoer sneller, waardoor obesitas op de loer ligt. 50 gram lijkt namelijk wel héél weinig (op de foto een boterhambordje met 50 gram brokjes). Een ander voordeel van meer volume voeren, is de betere maag-darmbeweging.
Minder conserveringsstoffen
Het ingeblikte blik zorgt voor preservering, terwijl brokjes toegevoegde conserveringsmiddelen nodig hebben om goed te blijven. Dit betekent ook dat als je eenmaal het blik open hebt, je het binnen 3 dagen moet opmaken. Deze houdbaarheid is bij brokjes veel langer, alhoewel de kwaliteit van vitaminen met de tijd wel afnemen. Daarom kun je áls je brokjes koopt beter niet een hele grote zak of in bulk kopen.
Minder zwaardere bewerking
Bovendien wordt natvoer minder zwaar bewerkt, waardoor minder denaturatie ontstaat. Dat heeft mede te maken met de mindere hoeveelheid graan. Graan heeft hogere temperaturen nodig om het zetmeel te koken.
Stap 2: De ingrediëntenlijst
De ingrediëntenlijst beoordelen kan een hele klus zijn als je er niets van weet. Maar hoe meer je erop let, hoe makkelijker het wordt. Er vallen steeds meer dingen op die je graag wilt begrijpen. Met wat research kom je dan een heel eind. Hieronder vindt je 4 pijlers in de ingrediëntenlijst waarop je kunt letten.
2A: Top 5 ingrediënten
Check de eerste vijf ingrediënten. Zijn meer dan 3 ingrediënten plantsoorten? Leg het dan maar weer weg. Soorten die het vaakst voorkomen zijn mais, tarwe, graan, erwten, aardappel, rijst en soja. Verder heb ik linzen, (spercie)bonen, topioca, pasta en haver gezien - maar er zijn vast nog meer varianten. Ook als ze verwerkt zitten in de naam (‘maisglutenmeel’, ‘aardappelzetmeel’, ‘soja-eiwit’) mag je het tellen als een plant. Wat je wél wil zien zijn dierlijke ingrediënten: vlees.
Het beste is 'vers vlees', zoals kip, rund, zalm of lam. Het liefst is dit een combinatie tussen spiervlees en organen. Dan zitten er van nature meer voedingsstoffen in (alhoewel een gedeelte hiervan verloren gaat door verhitting).
2B: Gespecificeerde ingrediënten
Ingrediënten mogen genoemd worden op basis van categorie of per bestandsdeel. Bij de categorieën heb je geen idee wat erin zit – een voorbeeld is ‘vlees en dierlijke bijproducten’. Omdat ze het niet specificeren, kan elke batch verschillen en je hebt geen idee wat dit nu precies inhoudt.
Maar ook in de gespecificeerde ingrediëntenlijst moet je blijven opletten. Je ziet het liefst ‘kip’, dan ‘gevogelte’ en het minst graag ‘vlees’. Hoe vager de omschrijving, hoe minder je ervan af kunt leiden. Toch is vlees beter voor je kat dan planten, dus liever ‘vlees’ dan ‘erwten’.
2C: De kwaliteit van eiwitten beoordelen
Vaak wordt gesteld dat het eerste ingrediënt vlees moet zijn. Hier ben ik het mee-eens, maar ik wil graag een stapje verder gaan door de kwaliteit van eiwitten zo goed mogelijk te beoordelen. Het liefst zie je een combinatie tussen gespecificeerd vers vlees (‘kip’ of ‘verse kip’) en bij brok eventueel een gespecificeerde vleesmeel (‘kippenmeel’) in de top 5.
Vers vlees is het minste bewerkt. Door de hoeveelheid vocht zit er echter relatief weinig eiwit in (~20-30 gram per 100 gram). Hier maken producenten graag slim misbruik van, want door het zware gewicht inclusief vocht kunnen ze het vooraan zetten.
Een vleesmeel (ook wel aangeduid met ‘gedroogd’ of ‘gehydreerd’) daarentegen bevat veel eiwitten (~60 gram) per 100 gram. Bovendien wordt het smakelijker door de onttrekking van water. Echter ondergaat een vleesmeel een bewerking, wat de kwaliteit van eiwitten verminderd.
Een derde optie is 'vlees en dierlijke bijproducten'. Niet echt je-van-het, maar beter dan plantaardige of gehydrolyseerde eiwitten! Ingrediënten die je beter kunt vermijden zijn:
- Varkensvlees: De dodelijke ziekte van Aujeszky komt in de EU bijna niet meer voor, maar ik zou het risico niet nemen. Royal Canin, maar ook andere merken, gebruikt dit nog steeds.
- Vis (als hoofdmaaltijd): Vis bevat veel toxische stoffen uit de oceaan, vooral tonijn en zalm. Bovendien worden vaak niet de beste delen gebruikt, maar alleen de kop en staart.
- Ongespecificeerde dierlijke bijproducten: Gespecificeerd zijn vaak organen als hart, longen, lever of nieren (welke goed zijn). Ongespecificeerd zijn waarschijnlijk eerder kippenpoten en varkenshoeven - rijk aan eiwit, maar niet erg verteerbaar.
Wat je liever ook niet ziet zijn eiwitten uit planten. Deze zijn soms verdekt opgesteld. Let bijvoorbeeld op plantmeel (sojameel), -gluten (maisgluten), -eiwit/proteïne (erwteneiwit, sojaproteïne) en hydrolysaat (gehydrolyseerde plantaardige eiwitten of gehydrolyseerde soja) in de naam. Veelgebruikte planten die hiervoor gebruikt worden zijn: soja, graan, mais, aardappel, erwten, maar soms ook linzen, (sperzie)bonen of kikkererwten.
2D: Ingrediënt die ik mijd
Een aantal ingrediënten zie ik liever niet, alhoewel je er niet altijd helemaal onderuit komt.
- Gehydrolyseerde eiwitten en plant eiwit/proteïne bevatten MSG, een verslavende stof.
- Suiker is gewoonweg onnodig voor katten. Let daarbij ook op alles eindigend op –ose (bijvoorbeeld dextrose). Xylitol is een suikervervanger, maar gevaarlijk voor katten.
- Peulvruchten zoals soja en erwten bevatten afweerstoffen die de voedingsstoffen opname kan verminderen.
- Ongespecificeerde dierlijke bijproducten wil je liever ook niet zien. Zeker als het ruwe as gehalte hoog is kun je ervan uitgaan dat de kwaliteit van deze eiwitten verminderd is. (Toch kies ik liever hiervoor dan planteiwitten of gehydrolyseerde eiwitten als je portemonnee de betere eiwitten niet toelaat).
- DL-methionine: Dit is een urine verzurende stof tegen struviet die soms in natvoer, maar des te vaker in brokjes voorkomt. Het kan bijwerkingen hebben als overgeven en diarree, maar ook ernstigere zaken zoals bloedarmoede, oxalaat stenen, nierfalen, acidose (bloedverzuring) en mineraaltekorten. In brokjes is deze stof nodig, omdat planten de urine minder zuur kunnen maken en struviet (blaasgruis) kunnen veroorzaken.
Stap 3: De voedingstabel
- Koolhydraten = 100% - vocht - eiwit - vet - ruwe as
- Bijvoorbeeld: 100% - 80% - 10,3% - 6,5% - 2% = 1,2%
Daarna kun je de eiwitten, vetten en koolhydraten het beste omrekenen naar een energieprofiel. Alleen dan kun je verschillende soorten voer echt met elkaar vergelijken.
Vezels
In het wild krijgen katten amper vezels. Een natuurlijk dieet bevat ongeveer 0,55%. Mogelijk ligt dit nog iets hoger niet minder verteerbare delen van een prooidier, zoals botten, pezen en kraakbeen. Deze functioneren dan als een soort dierlijke vezels, die de normale meetmethode voor vezels niet opmerkt.
Teveel vezels kunnen leiden tot diarree of verstopping, afhankelijk van het soort vezel en andere stoffen in het voer. Het vezelgehalte zou tussen de 2 en 5% moeten liggen (droge basis). Bij erge haarballen of aanhoudende diarree kun je dit oprekken tot 7% (droge basis).
Verhoog je de vezels, zorg dan ook dat je de vochtinname verhoogd. Vezels trekken namelijk vocht naar zich toe. Is er onvoldoende vocht, dan wordt de ontlasting vaak harder.
Ruwe as
Ruwe as klinkt een beetje raar, maar het is een term uit het laboratorium. Het bestaat uit de mineralen die overblijven na verhitting. Liever zie je dit niet te hoog. Dit heeft namelijk een effect op de kwaliteit van de eiwitten: hoe hoger het ruwe as gehalte, hoe meer bot in de samenstelling en hoe minder de kwaliteit van de eiwit is. Meestal is 13% op droge basis wel een beetje het maximum. Ik heb het met 3000 geanalyseerde voedingen nog nooit te hoog gezien. Echter kan het wel zijn dat de individuele mineralen (bv calcium en fosfor) te hoog uitkomen. In mijn voerlijsten neem ik dit mee.
Stap 4: Prijs
De prijs zegt deels iets over het voer. Goedkoop voer is vaak slechter, maar duurder voer is niet altijd beter. Beter voer is vaak wel duurder. Volg je hem nog?
Dit heeft te maken met de kwaliteit van de ingrediënten en overhead kosten. Zo is spiervlees duurder dan rest-vlees, vlees in het algemeen duurder dan granen en natvoer duurder dan brokjes. Tevens bepaalt marketing en research van het merk de prijs.
De prijs wordt per verkochte eenheid (zak, pouch, blik) aangegeven. Velen rekenen dit om tot een kiloprijs. Als je echter wil vergelijken, kun je beter kijken naar hoeveel je per dag nodig hebt. De aanbevolen hoeveelheid voor jouw kat is daarbij belangrijk.
Als je weet hoeveel je per dag kan voeren, kun je de prijs per dag uitrekenen. Hiermee kun je veel accurater vergelijken dan een kiloprijs. Mijn ervaring tot nu toe is dat je voor een kat van 4 kilo ongeveer €2 per dag kwijt bent aan goed natvoer met een goede hoeveelheid vlees.
Prijs bekijk ik als laatste, omdat het er het minste toe doet in het beoordelen van de kwaliteit van kattenvoer. Koop het beste voer dat jouw portemonnee kan veroorloven. Ook af en toe al goed/beter voer geven kan een verschil maken.
Verder lezen over Beter Voeren: Een voerplan voor een kat