Hoe lees je een kattenvoer etiket? (+marketingtrucs!)
Het label op kattenvoer vertelt je verschillende dingen. Sommige dingen zijn werkelijk heel belangrijk voor je. Andere zijn meer marketing. Daarom is het belangrijk dat je weet waar je op moet letten om bij kattenvoeding.
Is het voor de kat?
Beginnen we zó simpel?
O ja, zeker!
Want ik krijg vaker dan me lief is de vraag of hondenvoeding ook kan voor je kat. Bijvoorbeeld omdat de kat dit pikt van de hond, of omdat de eigenaar per ongeluk de verkeerde soort meeneemt.
Het is beter om je kat niet consistent hondenvoer te geven. Het mist bepaalde voedingsstofjes die voor je kat heel erg belangrijk zijn.
Dus let goed op dat je dat je de voeding voor katjes pakt 😊
Voor welke Leeftijd is het?
Volwassen katten en kittens verschillen in hun voedingsbehoefte. Kittens zijn in de groei en zeer actief. Zij hebben daarvoor de juiste ondersteuning nodig in hun voeding. Daarom is het niet handig om je kitten adult voeding te laten eten. Geef in ieder geval tot 6 maand kittenvoeding, en liever nog tot 12 maand.
Volwassen katten zijn niet meer in de groei, maar ze zijn ook veel minder actief. Die hele actieve speeldagen liggen achter hun, alhoewel ze natuurlijk nog steeds hun gekke momenten kunnen hebben. Daarom is adult voeding beter voor ze. Ze kunnen wel kitten voeding eten, maar dat is meestal gewoonweg te calorierijk voor ze. Dan worden ze snel te dik.
Meer lezen over kittenvoeding.
Is het Compleet?
Dit is vooral bij natvoer super belangrijk. Een complete voeding betekent dat het alle voedingsstoffen bevat die je kat nodig heeft. Andere benamingen die hetzelfde betekenen zijn:
- NL: Compleet, volledig, alleenvoer
- DE: alleinfuttermittel
- ENG: Complete
Het tegenovergestelde is aanvullende voeding. Dit bevat niet alle voedingsstoffen in de juiste mate en balans voor je kat. Het woord zegt het eigenlijk al: het is alleen voor af en toe. Het zou maximaal 10% van de calorieën moeten zijn, omdat het een snack is.
- NL: Aanvullend, supplement
- In het Engels is dit complementary. Lees je dit te snel, dan kan het zomaar zijn dat je "compleet" leest, dus blijf goed opletten.
Ik raad aan om minstens 50% van het dieet natvoer te maken, liever meer. Hier kun je lezen waarom. Dat betekent ook dat de aanvullende natvoedingen dan niet geschikt zijn voor dagelijks gebruik.
Wat betekent het smaakje?
Vaak zie je op het label iets staan van “met kip” of “met rund”. Wist je dat er regels voor zijn? HOE dit erop staat maakt álle verschil!
Als eerst natuurlijk moet de smaak die genoemd wordt, ook daadwerkelijk terugkomen in de ingrediëntenlijst. Maar bij een bakje waar op staat “met kip” verwacht je dat dat bakje gevuld is met kip. Niet met allerlei andere dingen. Maar dat klopt dus niet.
Hoe het op de verpakking staat, bepaalt hoeveel er minimaal in moet zitten. Waarbij de X staat voor de genoemde smaak, dus bijvoorbeeld rund of kip of weer wat anders.
Met X smaak ( ‘flavoured with X’) | Minder dan 4% van X |
Met X (‘with X’) | Minimaal 4% X |
Rijk aan X (‘Rich in X’) | Minimaal 14% X |
X maaltijd (‘X dinner’) | Minimaal 26% X |
Natuurlijk mogen ze wel meer dan het percentage toevoegen. Maar dat hoeft ook niet. Vaak zie je dus vooral bij goedkopere merken dat die niet meer dan 4% van de smaak gebruiken.
Goed om te weten: Een voeding “met kip” en eentje “met rund” op het label kunnen technisch hetzelfde zijn. Want ik voeg gewoon 4% kip en 4% rund toe, en ik kan hetzelfde voer met 2 verschillende labels verkopen. Slim hè?
Organisch en biologische kattenvoeding, is dat nodig?
Een kattenvoer land zijn een handjevol merken die biologische ingrediënten gebruiken. Bio, bio-organic, ecologisch, eco, etc., hoort hier allemaal onder. Het FEDIAF heeft daarvoor nog geen regels. Tot die tijd gelden de Nederlandse wetten.
Dit kan erg aanspreken: Biologisch zal wel beter zijn toch?
Ja en nee. Ja, biologische producten bevatten geen toegevoegde stoffen voor smaak, geur, kleur en houdbaarheid. Dit scheelt uiteraard al een hoop chemische stoffen. Maar laat je niet misleiden. Vlees zou nog steeds het hoofdbestanddeel moeten zijn van het katteneten. Als het voedsel bestaat uit veel biologisch plantmateriaal, schiet natuurlijk niet op. Blijf daarom altijd de ingrediëntenlijst lezen en ga niet blind af op de woorden aan de voorkant.
Andere woorden
Ook andere woorden (en woorden in die strekking) hebben bepaalde betekenissen
- “Natuurlijk”: Componenten waaraan niets is toegevoegd en alleen blootgesteld zijn aan het verwerkingsproces (vriezen, concentreren, extractie, drogen, pasteurisatie of roken) zolang ze hun natuurlijke compositie houden. Let op: iets natuurlijk is niet per definitie beter/gezonder! Denk aan Salmonella en antibiotica bijvoorbeeld.
- “Authentiek”, “Echte” en “Puur”: Alleen als het de karakteristieken heeft van de plek van herkomst, de manier van maken of waar de echtheid van het product een bepaald voordeel oplevert.
- “Vers”: Alleen voor componenten waar niets mee gebeurt is behalve invriezen.
De ingrediëntenlijst lezen: wat is de volgorde?
De volgorde van de ingrediëntenlijst is op gewicht van hoog naar laag (weergegeven in percentages). Van het eerste ingrediënt zit dus het meeste in en het laatste ingrediënt het minste. Maar dat is wél voordat het in de machine gaat.
Vers vlees op #1?
Daarom voegen fabrikanten graag vers vlees toe. Dit is zwaar, en komt daardoor al snel op de eerste plek van de ingrediëntenlijst. Maar dat wil niet per definitie zeggen dat het vol met vlees of eiwitten zit. Hierdoor kan een vleespercentage ook misleidend zijn.
De Splits Regel
Iets wat ook veel gebeurt is plantaardige ingrediënten ‘splitsen’. Bijvoorbeeld in plaats van gewoon ‘mais' te zeggen, zeggen ze ‘maismeel, maisgluten, maisgries’. Vaak verdwijnen die ingrediënten hierdoor verder weg in de lijst. Daarom is het handig je zeker de eerste 10 ingrediënten leest.
Ingrediënten per categorie of per ingrediënt?
De ingrediënten kunnen worden weergegeven in Europees vastgelegde categorieën of per ingrediënt. Mineralen worden altijd als categorie weergegeven.
Twee voorbeelden:
- Per categorie: vlees en dierlijke nevenproducten, graan, eieren en ei-producten, plantaardige nevenproducten, mineraalstoffen, suiker
- Per ingrediënt: Maïs, gevogelteproteïne (gedroogd), rijst, plantenproteïne-isolaat, tarwe, dierlijk vet, dierlijk eiwit (gehydrolyseerd), lignocellulose, mineralen, gedroogde bietenpulp, sojaolie, fructo-oligosaccharide, gist, visolie.
Categorieën zijn erg vaag. Ze vertellen meestal weinig over wat er nu echt gebruikt wordt. Daarom kan de samenstelling ook wisselend zijn. Als vandaag kip wat goedkoper is gebruik ik daar meer van, en volgende week meer rund of varken.
Het voordeel hiervan is meestal wel dat het ook voor jou ook goedkoper is. Wanneer je portemonnee niet anders kan, is dit een optie.
Mijn voorkeur gaat uit naar gespecificeerde ingrediënten. Dan weet je beter wat erin zit. De samenstelling is ook consistenter. Maar het is ook wat duurder. Overigens is voor katjes met gevoelige darmen, maag of allergieën dit essentieel. Je MOET weten wat er in de voeding zit, zodat je kunt testen met diverse opties. Zo kun je hopelijk achterhalen waar jouw kat minder goed tegen kan.
Zijn er slechte ingrediënten?
Ik denk niet per se. Ingrediënten leveren voedingsstoffen, en sommige ingrediënten zijn daarvoor beter geschikt of minder. Bijvoorbeeld hart levert taurine. Granen leveren ook diverse vitamine B, vezels en koolhydraten (energie). Bietenpulp levert een combi van oplosbare en onoplosbare vezels voor een betere poep.
Het kan natuurlijk wel zijn dat jouw kat niet zo lekker reageert op sommige ingrediënten. Niet elke voeding is geschikt voor elke kat, zélfs als op Catmoneo staat dat die voeding erg goed scoort! Dan experimenteer je waar dat aan ligt, zodat je dat kunt vermijden.
Wil je weten of dierlijke bijproducten oké zijn, dan kun je hier meer lezen.
De voedingstabel: wat betekenen die cijfers?
De voedingstabel laat de verhouding zien tussen ruwe eiwitten (proteïne), ruwe vetten, ruwe vezels (“celstof”) en ruwe as. Die 4 zijn altijd verplicht.
Vanaf 14% is ook het verplicht het vochtpercentage te noemen. Daarom zie je bij brokjes dit niet altijd vermeld. Je kunt dan als uitgangspunt 10% nemen.
Maar je kunt niet zomaar de cijfers van etiketten vergelijken. Daar moet je eerst mee rekenen. Dat doe je naar de droge stof of naar de metaboliseerbare energie. In de linkjes vind je hoe je dat doet.
Bronnen
- FEDIAF: Code of Good Labelling: Practice for Pet Food(PDF, 20 oktober 2011).
- Pagina 60 (hoofdstuk 6.2)
- Pagina 4 (hoofdstuk 2)
- Voedingscentrum: Biologisch
- Rijksoverheid: Wat moet er op het etiket van voedingsmiddelen staan