Het natuurlijke dieet van wilde katten: Geschikt voor huiskatten?
Onderzoek naar het dieet van de verwilderde huiskat is interessant als basis voor het voer dat we onze huistijgers geven.
Een Nederlands onderzoek heeft dat uitgevoerd. Daarvoor bekeken ze in totaal 27 studies van in totaal 6666 monsters van maag, darmen en ontlasting. Het doel is om een voedingsprofiel samen te stellen waarop de huiskat zijn fysiologische en metabolische systeem is aangepast.
Mogelijk kunnen we dit voedingsprofiel gebruiken om te bepalen wat we onze huiskatten voeren.
Hoe ziet het voedingspatroon van wilde katten er uit?
Wilde katten eten een variëteit aan prooien. Uit dit onderzoek bleek dat ze ratten, muizen, konijnen het meeste aten. Daarna volgen vogels, reptielen en ongewervelde dieren. Ook eten ze vis, maar dit was slechts 0,3% van het dieet. Het ligt er ook aan waar de kat leeft: op eilanden waar zeevogels broeden, aten katten meer vogels. Op het vaste land werden juist meer konijnen verorberd. Het is dus mede afhankelijk van de beschikbaarheid van prooidieren hoe het dieet precies is opgebouwd.
Op basis van de prooidieren werd een analyse gemaakt de macronutriënten en mineralen.
Eiwitten, vetten en koolhydraten in de voeding van wilde katten
Zoals verwacht bestaat het voedingsprofiel voornamelijk uit eiwitten en vetten. Op basis van de energie inname werd het verdeeld in 52% eiwit, 46% vet en slechts 2% koolhydraten.
Ook werd er een analyse gemaakt van de individuele prooidieren[1], waaruit onder andere duidelijk wordt dat er veel vocht in de prooidieren zit. Daarnaast heeft dit een hoog eiwitgehalte, gemiddelde hoeveelheid vet en weinig koolhydraten.
Opmerkelijk genoeg werd in een ander onderzoek vastgesteld (Hewson-Hughes et al., 2011[2]) dat wanneer katten vrije keuze hadden, de hoeveelheid koolhydraten iets steeg ten koste van de vetten. Proteïne bleef op 52%DM, vetten daalden naar 36%DM en koolhydraten stegen naar 12% op basis van de energie inname.
Waaruit bestaan de koolhydraten die wilde katten eten?
Koolhydraten hebben verschillende vormen, grofweg onderverdeeld in enkelvoudige suikers (fruitsuiker, melksuiker) en meervoudige suikers (zetmeel en vezels). Zetmeel is afbreekbaar tot energie, maar vezels niet.
Dierlijk weefsel bevat geen zetmeel, maar wel glucose en andere enkelvoudige suikers die gebruikt kunnen worden voor energie. Als echter de hele prooi wordt gegeten, kan er wel een kleine mate van zetmeel aanwezig zijn. Dit zou voornamelijk gebaseerd zijn op wat het prooidier eet.
Echter eten konijnen voornamelijk gras, wat laag is in zetmeel, maar hoog in vezels. Bovendien is de spijsverteringsmassa (de voeding in de maag en darmen) slechts een klein gedeelte van het totaal – bij konijnen grofweg 10%, bij ratten slechts 0,5-2%.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat er weinig zetmeel in het dieet zit van de wilde kat. Wel zitten er wat vezels uit gras in het dieet welke min of meer per ongeluk worden gegeten tijdens het verorberen van de maaltijd.
Micronutriënten: Calcium, fosfor, natrium, kalium, magnesium
Naast de macronutriënten, werd ook gekeken naar de micronutriënten. Hier zal ik alleen de grootste behandelen. De mediaan is (per 100 gram DM):
- 2,64 gram calcium
- 1,76 gram fosfor
- 0,5 gram natrium
- 0,93 gram kalium
- 130 milligram magnesium
De verhouding tussen calcium en fosfor is hier 1,51:1. Per prooisoort verschillen de cijfers niet erg veel.[3]
Wat opvalt en genoemd wordt in het onderzoek is dat deze cijfers hoger zijn dan wat normaal in kattenvoer wordt toegevoegd.
Bij blaasgruis bijvoorbeeld wordt laag in fosfor en magnesium aanbevolen. Echter viel het mij op dat de hoeveelheden in muizen en konijnen deze aanbevelingen ver overschrijden, terwijl bij een onderzoek bij 198 wilde katten bleek dat zij geen blaasgruis hadden.[4]
Mineralen in milligram (mg) per kcal
Aanbeveling[5] | Muis[6] | Konijn[6] | Urinary brok[7] | |
Calcium | 1,0 – 2,0 | 2,217 | 1,5 | 2,254 ±0,358 |
Fosfor | 0,9 – 1,8 | 1,2996 | 1,06 | 1,993 ±0,344 |
Magnesium | 0,1 – 0,2 | 0,083 | 0,1 | 0,256 ±0,048 |
Deze aanbevelingen zijn specifiek voor blaasgruis katten.
Gespeculeerd wordt dat mogelijk de mineralen in prooidieren minder verteerbaar zijn dan wanneer ze synthetisch worden toegevoegd. Of die hypothese waar is zou verder onderzoek gedaan moeten worden.
Omega vetten
Nog een interessant punt wat heel kort wordt aangehaald in het onderzoek zijn de omega 3 en 6 vetten ratio. In het wild is deze ongeveer 2:1, terwijl bij commercieel voer deze vaak 6:1 tot zelfs 19:1 is. Het is mogelijk dat deze verhouding te maken heeft met de gezondheid van de kat, waaronder bij blaasgruis.
Hoe zit dit met commercieel kattenvoer?
Commercieel kattenvoer heeft een hele andere samenstelling. Brokken hebben vaker 35% eiwit, 20%-25% vet en 35%+ koolhydraten (droge basis). Natvoer zit wel vaker iets meer in de richting, maar heeft soms uitschieters in vet (35%+DM) of koolhydraten (richting de 20%DM) ten koste van de eiwitten. Dit komt mede door de aanbevelingen van de Fediaf, het adviesorgaan in de diervoersector:
Binnen- en gecastreerde katten | Buiten- en actieve katten | |
Eiwit | 33,3% | 25% |
Vet | 9% | 9% |
Percentages op droge basis.
Als je dit vergelijkt met het natuurlijke dieet van katten, is dit extreem laag. Dit laat daardoor veel ruimte over voor de toevoeging van koolhydraten en specifiek zetmeel, iets wat normaal gesproken amper wordt gegeten.
Hebben huiskatten zich aangepast aan dit commerciële voer?
Nu kun je jezelf de vraag stellen of onze huiskatten zich inmiddels hebben aangepast aan het hogere zetmeel gehalte wat in de meeste brokjes (en sommige natvoeren) voorkomt. Echter wordt verondersteld dat de moderne gedomesticeerd kat nog steeds veel op zijn wilde voorouders lijkt in zowel genen, uiterlijk, gedrag, fysiologie als metabolisch.
Het lijkt onwaarschijnlijk dat er veranderingen zijn geweest die zo’n drastische impact hebben gehad dat hun hele voedingspatroon veranderd zou zijn, volgens dit onderzoek. Bovendien bestaat het commerciële voer nog maar zo’n 70 jaar, wat een druppel op de hete plaat is in evolutiestandaarden.
Er kan gesteld worden dat juist de verschuiving naar een meer zetmeel rijk dieet het metabolische systeem extra belast. Het is mogelijk dat dit dieet leidt tot ziekten, zoals gevoelige darmen en huidziekten, alhoewel het onderzoek daarover verder niet rept.
Conclusie: Een wild dieet van katten als voorbeeld
Omdat wilde katten en onze huiskatten genetisch, fysiologisch en metabolisch verwaarloosbare verschillen hebben, kunnen we hun dieet als voorbeeld houden voor onze eigen huistijgers.
Dieet
Het dieet van de wilde kat bestaat uit prooidieren, waarin veel vocht zit (~70%). Hierin zit veel eiwit (50%ME), een gemiddelde hoeveelheid vet (46%) en weinig koolhydraten (2%). Deze koolhydraten bestaan uit weinig zetmeel, maar juist meer vezelachtig materiaal dat is voor verteerd door het prooidier. De omega 3:6 vetzuren verhouding is 2:1 in het wild, veel lager dan in vele commerciële voedingen.
Mineralen
Wat betreft mineralen moeten we opletten. Het is mogelijk dat mineralen uit rauw voer, zowel prooidieren (BARF) en gemalen (KVV), mogelijk minder goed of anders worden opgenomen dan toevoegde synthetische mineralen in de commerciële voedingen.
Of dit zo is en hoe dat kan, moet nog verder onderzocht worden. Echter is dit belangrijk om mee te nemen als je besluit rauw te gaan voeren, zodat je tekorten kunt voorkomen.
De manier van voeren
Ook wordt gesteld dat de manier van eten belangrijk is, zoals voedsel consistentie, textuur, smaak en temperatuur. Deze spelen mogelijk ook een rol in de gezondheid van de kat. In een onderzoek onder cheetahs (soort luipaard) bleek dat een natuurlijk dieet beter paste bij hun fysieke, fysiologische en voedingsbehoeften.[8] Mogelijk helpt het ook bij een betere darmflora.
Notes
Met wilde katten wordt hier bedoeld als de vertaling van ‘feral cats’, wat iets anders is dan ‘wild cat’. Het zijn katten die eerder gedomesticeerd waren en die nu in het wild leven, soms al generaties lang. Dit is ook iets anders dan een zwerfkat, die meer recentelijk op straat is gezet dan een feral cat. Kritiek Een kritiekpunt is dat wilde dieren slechts 4,7 jaar worden, terwijl huiskatten gemiddeld de 12-14 jaar halen. In dit onderzoek wordt gespeculeerd of dit voedingspatroon wel het optimale dieet is. Mogelijk dat hun voedingspatroon hierin ook een rol speelt, maar dat hoeft niet. Helaas gaat het onderzoek hier naar mijn mening iets te kort door de bocht. Ik denk dat katten in het wild veel meer problemen hebben, zoals geen veilige plek om te schuilen tegen aanvallers en weersomstandigheden, een gevaarlijk omgeving met onder andere auto’s, het gebrek aan medisch zorg als dat nodig is en mogelijk ook het gebrek aan eten.
Bronnen
Onderzoek: Estimation of the dietary nutrient profile of free-roaming feral cats: possible implications for nutrition of domestic cats (2011 – abstract)
Prooi | Vocht | Eiwit | Vet | NFE | Ruwe as |
Rat | 66,6% | 60,1% | 30,5% | 0,0% | 9,4% |
Muis | 66,9% | 59,1% | 25,5% | 5,1% | 11,3% |
Woelmuis | 68,9% | 64,5% | 17,2% | 5,6% | 12,7% |
Konijn | 73,9% | 63,9% | 22,3% | 1,3% | 12,5% |
Huismus | 68,4% | 64,9% | 15,9% | 8,9% | 10,6% |
Reptiel | 75,2% | 65,7% | 9,0% | 10,1% | 15,2% |
Vis | 74,5% | 69,1% | 24,1% | 0,0% | 6,8% |
Gemiddeld | 70,6% | 63,9% | 20,6% | 4,4% | 11,2% |
NFE = Nitro Free Extracts, in dit onderzoek vergelijkbaar met koolhydraten. Percentages op droge basis.
[2] Zoals genoemd in Estimation of the dietary nutrient profile of free-roaming feral cats: possible implications for nutrition of domestic cats (2011)
Prooi | Calcium | Fosfor | Natrium | Kalium | Magnesium |
Rat | 2,60 | 1,50 | 0,50 | 1,03 | 0,11 |
Muis | 2,90 | 1,70 | 0,35 | 1,00 | 0,11 |
Woelmuis | 2,90 | 2,70 | 0,43 | 1,20 | 0,04 |
Konijn | 2,40 | 1,70 | 0,54 | 0,94 | 0,16 |
Huismus | 3,00 | 2,10 | 0,38 | 0,66 | 0,10 |
Reptiel | 3,80 | 2,60 | 0,50 | 0,95 | 0,15 |
(Grammen per 100 gram DM, magnesium is hier ook in grammen weergegeven).
[4] Feline Reference Values for urine composition (Waltham, 2002 – PDF)
[5] Association between dietary factors and calcium oxalate and magnesium ammonium phosphate urolithiasis in cats (2001 - abstract)
[6] Estimation of the dietary nutrient profile of free-roaming feral cats: possible implications for nutrition of domestic cats (tabel 3 en 4); waarbij omgerekend 1812kJ = 433kcal (muis) en 1748kJ = 417,5kcal (konijn)
[7] Gemiddelde van 23 droogvoer met urinary label met cijfers over calcium, fosfor en magnesium. ± gemiddelde afwijking naar boven en onder.
[8] Carcass Feeding of Captive Cheetahs (Acinonyx jubatus): the Effects of a Naturalistic Feeding Program on Oral Health and Psychological Well-being (1990 – abstract)