Wat kunnen we leren over kattenvoeding van Pottengers katten?
In 1932 deed Pottenger een opmerkelijk onderzoek. In eerste instantie ging het om onderzoek naar de bijnieren, die bij deze katten verwijderd werden. Er werd gekeken hoeveel hormoon nodig was om te zorgen dat de katten bleven leven. Dit was bedoeld om menselijke patiënten te kunnen helpen.
Na verloop van tijd kreeg hij echter zoveel katten, dat bij niet voldoende van hun dieet had. Deze bestond uit gekookt vlees, melk en levertraan (destijds gezien als het optimale dieet). Daarom bestelde hij rauw vlees bestaande uit vlees, organen en botten.
En iets opmerkelijks gebeurde: de katten op rauw vlees werden een stuk gezonder dan de katten op het gekookte vlees.
Pottengers onderzoek naar voeding van katten
Dus besloot Pottenger zijn onderzoek door te zetten onder de katten. Tussen 1932 en 1942 bestudeerde hij met zijn team 900 katten over 9 generaties. Hij verdeelde ze in twee onderzoeken.
Vlees studie
In het eerste onderzoek kreeg groep A 2/3 rauw vlees, 1/3 rauwe melk en levertraan. Groep B kreeg 2/3 gekookt vlees met 1/3 rauwe melk en levertraan.
Melk studie
In de melk studie kregen ze 2/3 melk en 1/3 rauw vlees. De soort melk varieerde van rauwe, gepasteuriseerde, geëvaporeerde of gezoete gecondenseerde melk. Hierdoor ontstaan dus 4 groepen.
De resultaten van Pottengers onderzoek
De resultaten waren opmerkelijk. In de vlees studie bleek al snel dat groep B die gekookt vlees kregen er slechter vanaf kwam, terwijl de rauw vlees groep gezond bleef. Over de generaties werden de problemen erger bij de katten die het gekookte vlees kregen.
Eerste generatie
Bij de eerste generatie was aan het einde van het leven te zien dat ze leden aan degeneratieve ziekten (ziekten die erger worden met tijd, zoals hartziekten) en dat ze minder energie hadden.
Tweede generatie
Bij de tweede generatie werden deze problemen eerder opgemerkt in het leven. Ook veranderde het skelet, wat onder andere in de kop te zien was. Deze was korter en ronder. De botsterkte nam af waarbij de calcium content van het bot van 17% tot 10% gedaald was. Kittens waren ook kleiner: op 16 weken waren ze nog maar 1600 gram, terwijl de rauw gevoerde kittens op die leeftijd 2000 gram wogen.
Derde generatie
Bij de derde generatie verergerde de problemen waarbij ze in de eerste levensfase al zichtbaar werden. Sommige kittens werden blind geboren, waren zwak en velen stierven al in de eerste 6 weken. Huidziekten en allergieën namen exponentieel toe: van 5% in een normale populatie katten naar 90%. De vacht verloor zijn glans en verhaarde snel. De schedel was aanzienlijk kleiner en de botten dun en zacht als rubber. Het calciumgehalte was gedaald tot slechts 4%. Ze braken makkelijk botten. Mannetjes werden volgzaam, terwijl vrouwtjes juist agressiever werden. Ze hadden minder seksuele driften en kittens werden doodgeboren. Er was geen vierde generatie.
Terugdraaien met rauw vlees?
Aangezien er geen vierde generatie kwam, werd de derde generatie op rauw vlees gezet. Uiteindelijk werd vastgesteld dat er drie generaties nodig waren om de effecten terug te draaien en de katten weer gezond leken.
De melk studie
In de melkstudie waren de katten die rauwe melk kregen er het beste vanaf. Zij hadden een glanzende vacht, wandelen vlot door hun hok, waren gecoördineerd en kwamen op hun pootjes terecht wanneer ze in de lucht gegooid werden.
De katten die geen rauwe melk kregen kwamen er slechter vanaf, lijkend op de problemen die ontstonden bij het gekookte vlees dieet.
Katten die gepasteuriseerde melk kregen hadden last van artritis, skelet veranderingen en minder voortplanting. Ze waren lethargisch en hadden maar weinig energie. Ook hadden ze verminderd gevoel voor coördinatie wanneer ze in de lucht gegooid werden. Er ontstonden algehele gebitsproblemen, abcessen in de bek en tandvleesproblemen.
Bij de geëvaporeerde melk waren deze problemen nog groter, maar bij gezoete gecondenseerde melk waren de problemen het grootst. Zij waren ook veel dikker, vatbaar voor botbreuken en hadden ernstige skeletafwijkingen. In plaats van lethargisch liepen ze nerveus en extreem geïrriteerd ijsberend door hun kooi.
Pottengers conclusie: Verhitting vermindert de voedingswaarde
Alhoewel D. Pottenger er niet helemaal de vinger erop kon leggen, besefte hij zich dat verhitting iets deed met het voer waardoor het niet meer voldeed aan dat wat de kat nodig had in zijn voeding.
We weten nu dat dit onder andere te maken heeft met taurine. Een gebrek aan taurine leidt onder andere tot blindheid en DCM (hartfalen waarbij de hartspier verwijd is), iets wat in de jaren ’70 ontdekt werd nadat verscheidende katten hieraan overleden. Mogelijk spelen ook andere nutriënten een rol in deze voeding die hebben geleid tot de ernst van kwalen die Pottenger bij zijn katten zag.
Echter kunnen we wel zeggen dat voedingstekorten, zeker zulke ernstige als deze, worden doorgegeven aan volgende generaties. Deze worden zwakker, gevoeliger voor ziekten en kunnen zich uiteindelijk niet meer voortplanten.
Gelukkig kunnen we ook leren dat deze voedingstekorten terug te draaien zijn met tijd, alhoewel hier wel een aantal generaties over heen gaan.
Wat zegt dit over kattenbrok en natvoer?
De studie van Pottenger wordt vaak aangehaald als bewijs dat rauw vlees voeren beter is en dat gekookt vlees – eveneens commerciële voeding zoals brok en natvoer – ‘dood’ is door de verhitting (en dus voedingsstoffen mist).
Dit is niet een conclusie die je op wetenschappelijke basis uit de studie kunt halen. Je kunt wel concluderen dat een nutriënten deficiënt dieet leidt tot problemen. Dit is net zoals dat bij mensen een gebrek aan vitamine C leidt tot scheurbuik.[1]
Nu we meer weten, weten we beter welke voedingsstoffen essentieel zijn voor katten ('essentieel' betekent dat ze dit uit de voeding moeten halen, omdat ze het niet in hun lichaam aanmaken). Dit is onder andere taurine, maar ook methionine en cysteïne. Ook dat zijn twee aminozuren die verminderen door verhitting.
In commercieel voer wordt gewerkt met de informatie die momenteel tot onze beschikking is en het Fediaf heeft hiervoor eisen opgesteld. Omdat verhitting zorgt voor denaturatie - het verminderen van beschikbare stoffen - worden vaak de essentiële aminozuren, vitaminen en mineralen toegevoegd in synthetische vorm. Daardoor zit er tegenwoordig voldoende taurine in commerciële voeding.
Gesteld wordt dat deze toevoegingen het voer 'compleet' maken, zodat de voedingstekorten die Pottenger zag niet kunnen ontstaan.
Compleet, dus goed en gezond kattenvoer?
Echter wil 'compleet' wat mij betreft niet direct zeggen dat het ook goed en gezond voer is. Het feit dat je kat erop overleeft (letterlijk: in leven blijft), wil nog niet zeggen dat het hem gezond maakt.
Sterker nog, katten hebben (net als mensen) last van ziekten waarbij de voeding een groot risicofactor is, zoals bij overgewicht en suikerziekte. In de top 10 meest voorkomende ziekten[2] bij katten staan ook gebitsproblemen (nr. 1) en huidallergieën (nr. 9), wat ook bij Pottengers katten veelvuldig voorkwam.
Dit is een interessant vraagstuk waarover het laatste nog niet gezegd is. Sommigen geven aan dat katten op commerciële voeding (meestal brok) niet direct dood neervallen en er 20 op kunnen worden. Echter vielen Pottengers katten ook niet direct dood neer, maar zelfs het ernstige tekort aan taurine had 3 generaties nodig om tot een halt te komen. Wat gebeurt er als er minder heftige tekorten zijn? Is het mogelijk dat dit over veel meer generaties tot uiting komt?
Bovendien is het statistisch ook nog zo dat voor elke kat die 20 wordt er ook één op 8 jarige leeftijd overlijden, aangezien de gemiddelde leeftijd van katten 14 jaar is.[3] Hierin lijken 'geluk met genen' meer een rol te spelen. Je kunt dit vergelijken met de rokende en fast-food etende persoon die 89 wordt, terwijl degene die gezond eet en sport op jonge leeftijd sterft.
Daarnaast heb ik nog een aantal andere bezwaren tegen het label 'compleet', en vooral de implicatie dat één voeding daarom alles is wat je hoeft te geven.
Wat is 'compleet' eigenlijk?
In elke kattenvoeding zijn verschillende stoffen en hoeveelheden toegevoegd. Alhoewel er richtlijnen zijn voor minima van essentiële voedingsstoffen, ontbreken de maxima vaak. Ook vindt er interactie plaats tussen stoffen die nog lang niet altijd duidelijk is. Zou dit ook kunnen leiden tot overschotten en tekorten?
Zijn synthetische stoffen net zo goed als natuurlijk?
Er is discussie dat synthetische vitaminen en mineralen minder en anders worden opgenomen worden opgenomen door het lichaam. Een voorbeeld is natrium-seleniet. In hoeverre verstoort dit natuurlijke processen in het lichaam?
Zijn synthetische stoffen schadelijk?
Methionine is een essentieel aminozuur voor de kat, welke wordt toegevoegd als DL-methionine. Echter is bekend dat er bijwerkingen zijn zoals overgeven en diarree, maar ook een stuk ernstiger: van bloedverzuring dat leidt tot botontkalking (door mineraal onbalans) tot nierfalen en calcium-oxalaat blaasstenen.
Is de samenstelling van eiwit, vet, koolhydraten en ook water geschikt?
Uit een onderzoek (2011) naar wat verwilderde katten aten bleek dat dit 52% eiwit, 46% vet en slechts 2% NFE (koolhydraat zonder vezel) (op droge basis). Tevens bestaat de prooi uit 70% vocht. Brok daarentegen is meer 30% eiwit, 30% vet, 40% koolhydraat (op droge basis) en 5-10% vocht. In hoeverre leiden deze verschillen in macronutriënten tot onbalansen en hoe uit zich dat in het lichaam?
Hoe hebben ingrediënten effect?
Als je de ingrediëntenlijst van menig brok leest, vraag je je af of je niet per ongeluk konijnenvoer hebt gehaald. In de top 5 staat vaak genoeg tarwe, mais en andere plantaardige ingrediënten in plaats van vlees. Er zijn voldoende aanwijzingen dat plantaardige ingrediënten bijdragen aan blaasgruis (struviet). Zou het kunnen dat het nog meer nadelige gezondheidseffecten heeft?
Zorgt de bewerking ervoor dat het minder voedzaam wordt?
Verhitting zorgt voor denaturatie van de voedingsstoffen: het wordt minder voedzaam (daarom koken we broccoli niet door totdat het pap wordt). Echter bij kattenvoer is dit precies wat er gebeurt. Vervolgens worden synthetische toevoegingen gedaan en conservingsmiddelen toegevoegd (zoals BHT, wat mogelijk kankerverwekkend is).
Waar in de menselijke voedingsindustrie een trend gaande is richting verse voeding, is in de dierenindustrie het tegenovergestelde bezig: daar wordt gesteld dat sterk bewerkt voedsel goed en gezond is.
Conclusie: Afwisseling en betere voeding
Dat voeding een enorme impact heeft op onze gezondheid weten we ondertussen. We weten dat vitamine C gebrek bij mensen kan leiden tot scheurbuik en we weten dat taurine tekort bij katten leidt tot blindheid en hartfalen. Alhoewel deze overduidelijke tekorten makkelijk te zien zijn, zijn subtiele voedingsproblemen een stuk lastiger te (h)erkennen.
Voeding is extreem complex, en alhoewel we steeds meer leren, weten we voorlopig nog lang niet alles over de impact van dieet op onze gezondheid en de interactie tussen diverse voedingsstoffen in het lichaam.
Op basis van Pottengers Cats heb ik twee adviezen om de kans op ziekten te verkleinen en de kwaliteit van leven te verhogen:
1) Wissel voeding af: Kies een stuk of 3 tot 5 merken die je roteert. Of dat nu brok of natvoer is, door te roteren van voeding middel je de hoeveelheden uit. De kans op tekorten of overschotten wordt daardoor kleiner. Lees verder: Hoe wissel je van kattenvoer?
2) Kies een beter voer: De kwaliteit van de voeding kan een hoop doen voor de gezondheid. Van brok tot natvoer tot KVV bestaan verschillende kwaliteit. Let op het vleespercentage, de ingrediënten, bereken de koolhydraten en laat je niet gek maken door de marketingverhalen. Geef minimaal 50% natvoer om beter te voldoen aan de vocht eisen van je kat of overweeg om over te stappen naar rauw voeren. Lees verder: Wat is de beste voeding voor je kat?
Ik ben me bewust van de wetenschappelijke tekortkomingen van Pottengers onderzoek. Van vele katten was geen historie bekend en het dieet werd niet zo precies vastgelegd als nu gebruikelijk en bekend is. Echter maakt dit in mijn optiek de resultaten nog steeds interessant, alhoewel het belangrijk is deze beperkingen mee te nemen in het trekken van conclusies.
Bronnen
- Dr. Díaz: Who Were Pottenger’s Cats and Do They Matter?
- Dr. Syme: Pottenger’s Cat Study
- BeyondVeg.com: Lessons from Pottengers Cats
[1] Scheurbuik is een ziekte veroorzaakt door vitamine C tekort. Eerst ontstaan er bloedingen en zwellingen in het tandvlees en roodblauwe puntjes in de huid. Later gaan tanden loszitten en ontstaat bloedarmoed, hartkloppingen en kortademigheid. In de scheepvaart kwam dit vroeger veel voor, totdat ze beseften dat ze citrusvruchten moesten meenemen om dit te voorkomen.
[2] Top 10 ziekten onder katten (2016) [3] Aangezien de gemiddelde leeftijd van een kat 14 jaar is, zou voor elke kat die 20 wordt er ook één op 8 jarige leeftijd sterven.