Is voeding voor raskatten echt anders?
Royal Canin heeft diverse producten voor verschillende rassen. Van de grote Maine Coons, Noorse boskatten en Ragdolls, tot de actieve Spynx, de knuffelige Siamees, de teddybeertjes Britse Kortharen en de platneusjes Perzen.
Hebben al deze katten écht andere voeding nodig? En als ze andere voeding nodig hebben, hoeveel verschilt dit dan van elkaar?
Om dit verder uit te zoeken, dook ik in de Royal Canin Breed lijn, die voor deze katten allemaal een speciale brok heeft gemaakt (met gelikte marketing moet ik zeggen).
De marketing van voeding voor raskatten
Royal Canin beweert met deze productlijn dat diverse raskatten andere voeding nodig heeft dan gewoon huis, tuin en keuken katten.
Ik heb hier een paar problemen mee. De dingen die zij promoten als ‘speciaal voor dit ras’ zijn in werkelijkheid belangrijk voor elke kat, zoals:
- Een mooie glanzende vacht (omega 3 en 6, vitamine A, biotine)
- Ondersteuning voor het hart (taurine)
- Sterke botten en gewrichten (glucosamine en chondroïtine)
- Een goede spijsvertering (mogelijk door vezels, zoals psylliumzaden)
Gek genoeg als je naar de ingrediënten kijkt, zit er geen glucosamine en chondroïtine in de voeding voor de Siamees, terwijl dit daar wel gepromoot wordt. Bij de Noorse Bostkat wordt dit voordeel juist niet gepromoot (terwijl dit toch ook een grote kat is), maar hierin zitten deze twee stoffen weer wel.
Tevens wordt de vorming van tandsteen aangehaald als marketing voor de Britse Korthaar, maar blijkbaar doet dat er niet toe voor de andere raskatten. (Overigens blijkt dat brokjes niet helpen tegen tandplak).
Ook opmerkelijk is dat haarbal preventie voor de Pers en Noorse Boskat wordt gepromoot, maar voor de langharige Ragdoll niet.
Ze promoten ook ondersteuning voor de urinewegen. Mogelijk wordt dit gedaan door middel van DL-methionine, welke urine verzuurt, maar ook andere nare neveneffecten heeft, zeker als je kat verder gezond is. Maisgluten worden hier overigens ook voor gebruikt.
Verder is voor elk ras een speciale brok ontworpen die ogenschijnlijk het eten beter maakt. De Maine Coon krijgt een groter brokje, de Britse Korthaar een harder brokje en de Pers een speciaal amandelvormig brokje passend voor zijn bekje.
De ingrediënten
Als raskatten zo verschillend zijn, bestaat het voer dan uit andere ingrediënten?
Ik heb alle 7 geanalyseerd en moet tot de conclusie komen dat het antwoord nee is. Negen verschillende ingrediënten staan continue in de top 9 van de het voer. Soms iets eerder en soms iets later in de lijst, maar de herhaling is duidelijk zichtbaar.
Elke keer op nummer 1 staat gedehydreerde gevogelte-eiwitten. Op plek 2 tot en met 5 volgen mais, isolaat van plantaardige eiwitten, dierlijke vetten en rijst. Deze worden opgevolgd door tarwe, maisgluten, plantaardige vezels en hydrolysaat van dierlijke eiwitten.
De analyse
Elke kat heeft een bepaalde hoeveelheid aan eiwitten nodig. Hoeveel eiwitten je kat nodig heeft hangt af van zijn gewicht (hoe zwaarder hoe meer), leeftijd (kittens en seniors vanaf 12 jaar hebben meer nodig) en zijn metabolisme (sommige katten gebruiken meer eiwitten).
Een gemiddelde gecastreerde kat heeft een minimum 40% (energieprofiel) aan eiwitten nodig om zijn spiermassa te behouden. Katten vanaf 12 jaar zelfs nog iets meer, omdat hun eiwit verwerking minder efficiënt wordt. Mogelijk hebben grotere raskatten ook meer nodig, aangezien zij meer spiermassa hebben.
Om te achterhalen of dit gehaald wordt, stel ik een metaboliseerbaar energie profiel op. Hierdoor zie je percentueel waar de energie in het voer vandaan komt. De eiwitten zouden meer dan ongeveer 40% moeten zijn voor het minimum van een gecastreerde kat. Zodra de kat zwaarder is dan 4 kilo, een senior is of een grote raskat, moet dit percentage hoger zijn om de eiwitbehoefte te halen (minstens 50%+).
Het hoogste wat dit rasvoer komt is 35% voor de Siamees. Hieruit concludeer ik dat er te weinig eiwitten inzitten om spieren te behouden.
Conclusie: Voeding voor rassen is meer marketing dan echt verschil
Als je kijkt naar ingrediënten en analyse zijn er weinig verschillen te zien tussen de verschillende voedingen. Bovendien wordt geprobeerd om je te laten geloven in de 'voordelen', terwijl deze voordelen vaak voor elke kat belangrijk zijn. Het énige verschil dat mogelijk zinvol is, zijn de verschillende brokjes. In hoeverre dit echt helpt in plaats van marketing onzin is kan ik slecht inschatten, maar ik denk ook dat er voldoende raskatten zijn die geen speciale brokjes krijgen en prima kunnen eten.
Mijn conclusie is: Laat je niet gek maken door deze marketing, en ga voor een voeding dat hoger is in kwalitatieve eiwitten. In mijn voerlijsten vind je genoeg betere brokjes.