Waarom katten niet zonder vochtrijke voeding kunnen
Van oudsher halen katten hun vocht uit hun prooi die uit 65 tot 75% vocht bestaat. Daardoor hoeven ze maar weinig bij te drinken. Gelukkig maar, want hun dorstreflex is laag en hun manier van drinken inefficiënt.
Toen kwam echter de mens met een idee van brok in de jaren '50. Deze bestaat uit maar 5 tot 10% vocht. De kat moest zelf meer gaan drinken om voldoende vocht binnen te krijgen.
Alhoewel kattenbaasjes vaak (terecht) opmerken dat hun kat op brok *meer of veel* drinkt, wordt dit helaas verward met *voldoende* vocht binnen krijgen. En dat kán tot problemen leiden.
Blaasproblemen
Dit zorgt ervoor dat katten blootstaan aan uitdroging, maar ook dat de blaas en nieren die zo afhankelijk zijn van voldoende vocht, het zwaar krijgen. Blaas en nierproblemen staan dan ook in de top 5 van meest voorkomende ziekten bij katten.
In een onderzoek van 2011 werd gekeken naar de vochtinname op 4 diëten (6,3%, 25,4%, 53,2% en 75,3%) en parameters voor de twee meest voorkomende blaasstenen, namelijk struviet en calcium-oxalaat.[1]
Vochtopname
Katten op een vochtrijk dieet (73,3%) kregen allereerst significant meer vocht binnen, ondanks dat katten op de minder vochtrijke diëten veel meer dronken uit hun bakje.
Katten op het minst vochtrijke dieet (6,3%) dronken maar liefst 6x zo veel als op het 73,3% vochtdieet. Echter is de totale vochtinname ~102ml versus 145ml.
(De a en b betekenen dat er een statistisch aanwijsbaar verschil is).
Urine
Hierdoor was de urine output van ongeveer 87 ml per dag op het 73,3% vochtdieet ook significant hoger dan op de andere drie diëten.
Alhoewel dit onderzoek er niet op in gaat, kan gespeculeerd worden dat meer urine ervoor zorgt dat mineralen vaker worden afgevoerd (meer plassen). Hierdoor is minder kans op samenklontering tot gruis of stenen.
Dit is ook mogelijk de reden dat het ophouden van de plas ook een risicofactor voor het ontstaan van blaasproblemen. Zowel mineralen als bacteriën hebben dan meer kans om problemen te veroorzaken.
Specific Gravity (SG)
De specific gravity (soortelijk gewicht; of concentratie van mineralen ten opzicht van de vloeistof) was aanzienlijk lager op het 73,3% vochtdieet met 1.036, terwijl de andere diëten rond de 1.052-1.054 zaten.
Alhoewel deze nog wel binnen de bandbreedte (1.015 en 1.060) zitten, is de concentratie mineralen hoger. Daardoor stijgt de kans op stenen, zeker als er ook nog andere factoren spelen, zoals een hoge pH waarde bij struviet of gruis-bevorderende stoffen.
Relative Supersaturation (RSS)
De RSS geeft aan in hoeverre de urine verzadigd is met mineralen die bouwstenen zijn voor de steen. Op het 73,3% vochtdieet was de calcium-oxalaat RSS aanzienlijk lager.
Voor struviet werd er geen statisch verschil gevonden. Het is mogelijk dat urine pH meer invloed heeft op het ontstaan van struviet, en de pH veranderde niet in dit onderzoek. De pH wordt meer beïnvloedt door de samenstelling van de voeding (in dit onderzoek werd alleen water toegevoegd) als ook de grootte van maaltijden.
Herhaling van FLUTD
FLUTD staat voor Feline Lower Urinary Tract Disease, oftewel ziekten aan de lagere urinewegen. Dit omvat zowel de blaas als urinewegen (soms worden de nieren er ook bij betrokken, maar meestal niet).
Het onderzoek hiervoor biedt al een inkijkje dat vochtrijke voeding een beschermende factor is in het ontstaan van blaasstenen.
Maar er zit meer achter dan dat. Ook bij behandeling van FLUTD lijkt vochtrijk voer beter te werken. Zo kwam bij een groep katten die een verzurend natvoer kregen het in slechts 11% van de gevallen terug, terwijl in de groep die een droog dieet van dezelfde formulering kreeg het in 39% van de gevallen terugkwam.[2]
“The proportion of cats showing recurrence of lower urinary tract disease was significantly less in a group fed a canned, commercial acidifying diet (11%) than in another group fed the dry formulation of the same product (39%).”
Vocht is wat ontbreekt in brokken
Heel vaak lees ik dat “brokken bevatten alle voedingsstoffen die een kat nodig heeft”. Helaas wordt vocht daarbij vergeten.
De onderzoeken die aantonen dat katten op vochtrijke voeding meer vocht binnen krijgen, meer urine produceren en een lagere SG en RSS hebben zijn ook niet van gisteren. Sommige onderzoeken zijn al uit de jaren ’80 – het is dus iets wat állang bekend is, maar niet verspreid wordt.
Zowel preventief als ter behandeling is vochtrijke voeding belangrijk ter ondersteuning van de blaas. Alleen dan krijgen ze voldoende vocht binnen. Dit is een van de redenen dat ik een vochtrijke voeding aanbeveel, zoals natvoer of rauwe voeding.
Als je graag wilt dat jouw kat ook natvoer gaat eten, maar hij lust het momenteel nog niet, dan heb ik hier al mijn tips verzameld. Zelfs supermarkt voeding is al een vochtrijke aanvulling (en stiekem verslaat het ook nog vele droogvoeding qua ingrediënten)!
Pssst: Nieuwsgierig naar wat goede natvoer is? Hier vind je mijn selectie.
Bronnen
[1] Buckley, C. M., Hawthorne, A., Colyer, A., & Stevenson, A. E. (2011). Effect of dietary water intake on urinary output, specific gravity and relative supersaturation for calcium oxalate and struvite in the cat. British journal of nutrition, 106(S1), S128-S130.
[2] Markwell, P. J., Buffington, C. T., & Smith, B. H. (1998). The effect of diet on lower urinary tract diseases in cats. The Journal of Nutrition, 128(12), S2753-S2757.